Groene verhalen

Bananenplant stekken

Tropischer dan de bananenplant (Musa Dwarf Cavendish) kan het bijna niet. De kans dat je in je eigen huis eetbare bananen krijgt is erg klein, maar de bananenplant is een mooie tropische plant, groeit snel, heeft mooie grote bladeren en zorgt direct voor een zomerse sfeer in huis. Een volwassen banaan is daarnaast ook nog eens makkelijk te stekken. Zo kan je je bananenfamilie uitbreiden of een plant weggeven aan iemand die wel wat meer groen kan gebruiken.

Bananenplant stekken

Je kunt de bananenplant stekken als er babyplantjes, zogenaamde pups, naast de moederplant groeien. Deze pups groeien vanuit de wortels van de moederplant. Soms groeit er maar eentje, andere keren verschijnen er meerdere. Als jouw plant nog geen pups heeft, moet je nog een seizoen wachten voordat deze verschijnen. Laat de pup eerst een tijdje aan de moederplant groeien, voordat je hem gaat stekken. Als hij ongeveer 15 centimeter hoog is, is hij sterk genoeg om van de moederplant verwijderd te worden. Je kan hem ook groter laten groeien, want hoe groter de stek, hoe makkelijk hij straks in zijn eigen potje gaat groeien.

Om de stek van de moederplant te verwijderen, haal je de plant met kluit en al uit de pot. Dan graaf je het stekje uit door voorzichtig de aarde rondom het plantje weg te halen. Dit is het moment om te controleren of je stekje al zijn eigen wortels heeft, deze groeien onderaan het stammetje. Als je nog geen wortels ziet, is het beter om je pup nog wat langer in de pot te laten staan zodat hij straks meer overlevingskans heeft. Groeit hij al z’n eigen wortels? Mooi, dan is het tijd om hem van de moederplant te verwijderen.

Er groeit een dikke wortel die het stekje met de moederplant verbindt. Dit is de wortel die je doorsnijdt om het stekje los te maken. Gebruik een scherp mes en snij de wortel verticaal door, zodat je niet per ongeluk de wortels van je stekje afsnijdt. Nu kun je de pup voorzichtig uit de grond halen. Als het nodig is, graaf je de wortels nog wat verder uit.

Oppotten

Je kunt de stek direct in z’n eigen potje met verse potgrond zetten. Kies niet voor een hele grote pot, maar eentje waar maar een paar centimeter extra ruimte rondom de wortels is. Een te grote pot kan ervoor zorgen dat de grond te lang nat blijft, wat niet goed is voor de wortels. Als je nog wat perliet, die witte harde korreltjes, door de potgrond heen mengt, blijft de grond luchtiger waardoor de wortels nog beter zullen groeien. Omdat de banaan zo’n snelle groeier is, is de kans groot dat je hem dit jaar nog naar een grotere pot kan verpotten. Hierdoor blijf je de nieuwe groei goed ondersteunen.

Zet je stekje niet in de volle zon, maar op een plek met veel indirect licht. Je stekje moet namelijk nog even bijkomen van de ingreep en door direct zonlicht verdampt er te veel water uit het blad. Zorg ervoor dat de potgrond licht vochtig blijft. Na een paar dagen zal je stekje gaan wortelen in zijn nieuwe pot. Zorg voor een hogere luchtvochtigheid als de blaadjes na een paar dagen nog slap blijven hangen. Dit doe je door je plant onder een stolp of doorzichtige plastic zak te zetten.

Verzorging bananenplant

De banaan is een echte zonliefhebber. Zorg er dus voor dat jouw volwassen plant zoveel mogelijk licht krijgt. Hij geniet echt van de volle zon op z’n bladeren. Heb je net een nieuwe banaan in huis? Laat hem dan eerst even wennen aan het directe zonlicht, door hem over een periode van twee weken steeds iets dichterbij het licht te zetten. Zo voorkom je dat het blad verbrandt. Is hij eenmaal aangepast aan de nieuwe plek, dan zal hij als een speer gaan groeien. Stekjes kun je langzaam aan de volle zon laten wennen wanneer je de eerste nieuwe bladeren ziet verschijnen.

De banaan groeit het best als je de potgrond nooit helemaal droog laat vallen, geef ongeveer twee keer per week een goede scheut water. Daarnaast ondersteun je de groei van jouw banaan door regelmatig wat plantenvoeding te geven. Volg hierbij de instructies op de verpakking.

In de winter kan je banaan het wat moeilijker krijgen, hij groeit niet echt en de oude bladeren krijgen bruine randen en vlekken. Maar hou vol, want in de lente zal er weer mooi nieuw blad verschijnen. Zodra deze flink aan het groeien zijn, kun je het lelijke blad wegknippen. Als je je plant in het voorjaar ook nog verpot, kun je van nog meer nieuwe groei genieten en wie weet verschijnen er nog meer pups om te stekken.

Meer van Mama Botanica: