Een voedsellandschapje op of rond het schoolplein - Stadstuinieren
Groene verhalen

Een voedsellandschapje op of rond het schoolplein

Een aangename en leerzame groene schoolomgeving is de droom van veel ouders en leraren, maar dit lukt niet zomaar overal. Op sommige pleinen is maar weinig ruimte over naast de fietsenrekken en de ruimte om te spelen. Maar vlak rond een schoolplein ligt op veel plekken een (openbare) groenstrook en die kan vaak, vrij eenvoudig, veel groener en avontuurlijker! Daarbij is dit ook nog eens de optie die, na de aanplant, het minste werk vraagt.

Een groene strook rond het plein kan omgevormd worden tot een oogstbaar landschapje, waar vrijwel geen onderhoud nodig is. Natuurlijk is hiervoor overleg met de gemeente nodig, omdat zij – als grondeigenaar – toestemming moeten geven. Vaak levert zo’n gesprek nog meer op, want veel gemeentes helpen graag bij aanleg of de voorbereiding hiervan en blijven ook nog eens een deel van het onderhoud doen. Een voorwaarde is hierbij wel dat je het overleg op tijd begint en bereid bent je plannen aan te passen aan de mogelijkheden en de beperkingen die de gemeente (of een andere eigenaar) ziet. 

Er is een aantal robuuste inheemse bomen en struiken die hier goed voor gebruikt kunnen worden omdat ze eetbaar zijn voor mens en dier én de omgeving verrijken met bloesem, vruchten en schuilplek. Dit zijn bijvoorbeeld: appels, braam, rozen(bottels), gele kornoelje, gele bindwilg (om mee te vlechten), krentenboompje, hazelaar, vlier, kroosjespruim / mirabel en eventueel een bijzonderheid als de uiensoepboom.

“Deze gewassen geven allemaal vruchten of scheuten die op zich of verwerkt gegeten kunnen worden”

Deze gewassen geven allemaal vruchten of scheuten die op zich of verwerkt gegeten kunnen worden. Met uitzondering van de bindwilg, waarmee gevlochten kan worden voor mandjes en randjes en die zeer vroeg bloeit en daarmee de insecten een dienst bewijst. 

Eetbaar schoolplein

Appels, bramen en pruimpjes zijn zo van de plant te snoepen als ze rijp zijn. Ook de rijpe bessen (krentjes) van het krentenboompje zijn zo te eten. Hazelnoten moeten even gedroogd worden voor ze smaak krijgen. Niet alle gewassen zijn zomaar rauw eetbaar, maar ook de verwerking ervan is hartstikke leuk en leerzaam. Een enthousiast team met ouders kan hierbij meehelpen, zodat het voor onderwijzers te doen is.

Vlierbloesem en vlierbessen

Van vlierbloesem maak je eenvoudig siroop of zelfs vlierbloesemchampagne. Voor vlierbessen, kornoeljevruchten, rozenbottels en de uiensoepboom is echter iets meer nodig om ze lekker en veilig te kunnen eten.

Van vlierbessen (gemengd met bramen) en de rozenbottels kan je heerlijke jam maken. Bezuinig in eerste instantie niet op suiker of diksap, want de meeste kinderen zijn dol op zoet. Er is niet zoveel voor nodig, behalve de eigen oogst, een kookstel of gaspit, pannen, geleisuiker en een paar citroenen. Wanneer je een zeef of passe-vite bij de hand hebt, kan je eenvoudig de pitjes van de gekookte vruchten scheiden.

“Een groene strook rond het plein kan omgevormd worden tot een oogstbaar landschapje, waar vrijwel geen onderhoud nodig is”

Uiensoepboom

De uiensoepboom is een bijzondere boom afkomstig uit China, de officieel naam is Chinese toonboom (Toona sinensis of Cedrela sinensis). De Toona is een boom met mooi geveerd blad, waarvan de jonge scheuten heerlijk als roerbakgroente gegeten kunnen worden of tot bouillon gekookt. 

Gele kornoelje

De gele kornoelje maakt begin september mooie rode vruchtjes. Je kan daar compote van maken, maar ook inlandse ‘olijven’. De vruchtjes gaan daarvoor een paar weken in een pekelbad. Daarna lijken ze op olijven, bijna lekkerder zelfs, met een hint van zure kers. Voor veel kinderen is dit niet zo interessant, maar wél voor de volwassenen die het snoeiwerk op zich nemen, bijvoorbeeld bij de kerst- of oudjaarsborrel, want dan zijn de ‘olijven’ precies klaar.

Natuurlijk is het ook leuk om een paar vlinderstruiken bij de andere struiken te zetten, vanwege de mooie bloemen en de blije bijen en vlinders, maar voor de duidelijkheid is het beter om er geen oneetbare besdragende stuiken tussen te zetten

Kies je een ‘wilde’ struik of plant je een ras aan?

Je kan van de gele kornoelje (Cornus Mas), de hazelaar (Corylus Avellana) en de vlier (Sambucus Nigra) eenvoudig een wilde struik planten, die ergens spontaan is opgekomen. Maar er zijn van deze struiken ook rassen ontwikkeld met eigenschappen die het gebruik en de oogst veel makkelijker maken.

Chinese toon (Toona sinensis) new shoots, also known as Chinese cedar ‘Flamingo’

Bij de vlier hebben de veredelde fruitrassen bijvoorbeeld schermen die in één keer afrijpen en bessen die groot en van goede kwaliteit zijn. Deze rassen zijn veelal ontwikkeld in Denemarken of Oostenrijk en doen het ook prima in onze streken. Van de gele kornoelje bestaan verschillende rassen die (veel) grotere en smaakvollere vruchten hebben. Ook bij de hazelaar zijn er rassen die uitblinken in smaak, grootte, bloei- en rijpingstijd. 

“Er zijn van deze struiken ook rassen ontwikkeld met eigenschappen die het gebruik en de oogst veel makkelijker maken”

De juiste standplaats

Cultuurvariëteiten leveren meer op, maar stellen ook iets meer eisen. Moeilijk zijn ze niet maar ze vragen wel een standplaats die voldoende vochtig is, een paar uur zon heeft per dag en genoeg voedsel bevat. Wanneer je op internet zoekt naar deze struiken, dan vind je vanzelf de verschillende ras-beschrijvingen. Op een heel erg droge of arme standplaats plant je beter een wilde variant, die daar dan minder productief is, maar wel gezond blijft. 

Onderhoud

Hazelaar, vlier, gele kornoelje, krentenboompje, (kroosjes)pruim komen in het wild voor in Nederland. Ook als wij niet oogsten krijg je met deze soorten een mooi gevarieerde beplanting waar vogels, eekhoorns, vlinders, hommels en andere insecten graag zullen eten, schuilen en slapen. 

De struiken hoeven alleen gesnoeid te worden om er licht in te brengen of om de struik/boom te verjongen zodat ze productief blijven en niet te hoog worden om te oogsten. Dit kan eens per twee of drie jaar in de winter. Wanneer je niets zou doen hebben deze gewassen uiteindelijk zo’n 4 m2 per volgroeide struik nodig.

“De struiken hoeven alleen gesnoeid te worden om er licht in te brengen of om de struiken en bomen te verjongen”

De uiensoepboom kan een grote solitaire boom worden. Dit is de enige van de genoemde gewassen die dus echt in toom gehouden moet worden. De eenvoudigste manier hiervoor is deze boom ieder jaar te knotten. Er ontstaat dan een stam van tussen de 50cm en een meter hoog, die ieder jaar weer uitloopt en op een eenvoudige plukhoogte malse scheuten maakt.

Meer inspiratie:

Groen schoolplein
Tips voor een Groen schoolplein
Doe het zelf: Vrolijke hangers
Rondje moestuin – half oktober

Het magazine

Jaarabonnement Stadstuinieren. Het leukste tijdschrift voor de moestuin.
Los kopen
€ 9.95
Abonneren
Vanaf € 22.50

 

Stadstuinieren: 2021-04 | Groen schoolplein

logo
Sluiten
close