Monniksbaard is een sappige, maar knapperige groente. De smaak is vergelijkbaar met zeekraal, maar het is gemakkelijk te kweken in je stadstuin omdat het de unieke eigenschap heeft om zout uit de bodem te trekken (in tegenstelling tot zeekraal, die wel twee keer per dag zoutwater nodig heeft).
Zaaien/Planten: Midden van de lente
Hoogte: 70 cm
Afstand: 25 cm
Oogsten: Zomer
Eetbare delen: Bladeren
Smaak: Zoet-zout
Monniksbaard is uiterst populair in Italië, waar het bekend staat als ‘Agretti’ en in massa’s wordt verkocht door elke groenteboer. In Nederland is het nog een geheim, maar hij wint langzaam aan populariteit in de moderne tuinbouw en verschijnt steeds vaker op menu’s van toprestaurants.
Zaaien en Verzorgen
Als de monniksbaard eenmaal begint te groeien, heeft hij weinig onderhoud nodig. Het nadeel is echter dat de zaden een laag slagingspercentage (zo’n 40%) en een korte houdbaarheid hebben. Houd hier rekening mee en zaai altijd wat extra, dun uit tot één plant per 20-30 centimeter. Gebruik de zaden meteen in het jaar waarin je ze gekocht hebt.
Monniksbaard heeft warmte nodig om te kunnen ontkiemen, maar te veel warmte kan het ontkiemen ook tegengaan. De gemakkelijkste methode is om simpelweg de zaden in de lente te kopen en deze direct 1 centimeter diep te zaaien op een vochtige, maar zonnige plek (bewaar gelijk ook een kleine hoeveelheid zaden voor als de eerste partij mislukt).
Tip: Voor de sappigste bladeren met een heerlijke zoet-zoute smaak geef je ze regelmatig water met een beetje toegevoegd zout. Als je weinig ruimte hebt of liever geen zout toevoegt aan je bodem, kan de monniksbaard ook in potten worden gekweekt of zelfs binnenshuis als microgroenten.
Oogsten en Genieten
Monniksbaard is een uitstekende bron van vitamine A, calcium en kalium. Oogst de grasachtige bladeren als ze eenmaal 10-15 centimeter hoog zijn door simpelweg af te knippen wat je nodig hebt en de rest door te laten groeien. In een goed seizoen kun je wekelijks knippen.
Monniksbaard heeft een licht zoute smaak en de jonge bladeren kunnen rauw worden gegeten, bijvoorbeeld in salades. De grotere oudere bladeren zijn heerlijk wanneer gestoomd, gekookt of kort gefrituurd en gedoopt in olijfolie en citroensap. Dit kan geserveerd worden als groen bijgerecht met vis of zeevruchten of gestrooid over een roerbakschotel.
Wist je dat:
- Ook beschikbaar is de Japanse versie ‘Okahijiki’ (Salsola komarovii), die in een breed scala aan gerechten wordt gebruikt, waaronder sushi en salades.
- Monniksbaard werd eigenlijk voor het eerst geteeld als een bron van natriumcarbonaat, wat een belangrijke rol speelt in het maken van glas en zeep.
Meer inspiratie:
Groene portretten: Lavendel
Engelwortel gin zelf maken
Jonge tuinbonen met mascarpone
Een ode aan de Japanse Wijnbes
Stadstuinieren 2016-03. Tekst: Natassia Doets.