Bij het wildplukken dien je een aantal regels in acht te nemen. Hoe je het ook wendt of keert: respect voor de natuur is het belangrijkste bij het wildplukken.
De wet van wildplukken
Ik krijg vaak de vraag of wildplukken geen stroperij is. Mijn antwoord hierop is nee, mits je goedkeuring hebt van de grondeigenaar en je de geplukte waar niet commercieel vermarkt. Voor een potje jam zal een boswachter geen boete uitschrijven. Als je een kilo of tien plukt zonder toestemming, dan heb je een probleem. Want als je in zulke grote hoeveelheden plukt, val je direct onder de wet op de stroperij.
In Nederland is dit vastgelegd in artikel 314 van het Wetboek van Strafrecht:
“Hij die, zonder geweld of bedreiging met geweld tegen personen, geheel of ten dele aan een ander toebehorende klei, bagger, ongesneden veen, zand, aarde, grind, puin, mestspeciën, zoden, plaggen, heide, helm, wier, riet, biezen, mos, onbewerkt en niet vervoerd hak- of sprokkelhout, ongeplukte of afgevallen boomvruchten of bladeren, te veld staand gras of te veld staande of na de oogst achtergebleven veldvruchten wegneemt, met het oogmerk om zich die voorwerpen wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan stroperij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.”
Dit kun je dus maar beter vermijden en je beperken tot kleine hoeveelheden.
Wat regels op een rij
Laat je door de informatie op de vorige pagina niet meteen afschrikken. Ik ken veel boswachters en opsporingsambtenaren. Zij zullen noch je kinderen voor het plukken van madeliefjes beboeten, noch jou voor je mandje vol met gesprokkelde wildpluk-lekkernijen. Je moet voor jezelf de scheidslijn hanteren. Lees vooral de vuistregels hieronder aandachtig:
- Vraag toestemming aan de grondeigenaar of je mag wildplukken. Op het platteland zul je het aan de boer moeten vragen, en in bossen aan de boseigenaar zoals Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten. Sommige boswachters vinden het geen probleem, terwijl anderen je zonder toestemming direct op de bon slingeren.
- Maak een lijst van wat je wilt gaan plukken. Een goede voorbereiding is het halve werk. Kijk daarbij in de maand wat je gaat wildplukken en wat er te vinden is. Ga je bijvoorbeeld voor een wilde salade, schrijf dan de drie of vier planten op die je wilt gaan plukken.
- Neem altijd een of twee veldgidsen mee waarmee je de wildpluk kunt determineren. Nogmaals: Pluk niets wat je niet kent.
- Ga op pad met mensen die al wildplukken, vooral als je een beginner bent. Het is fijn en handig om wat parate kennis in de buurt te hebben. Door wat mee te kijken, leer je het ook sneller. Kijk dus goed naar de video’s in de lessen.
- Pluk nooit te veel in één gebied van dezelfde plant, bes, noot of wat dan ook. Pluk gewoon niet te veel in een keer, kijk wat je nodig hebt voor een maaltijd. Laat voldoende voor andere mensen en dieren staan. Heb gewoon wat fatsoen en respect voor de dieren die van de bessen en planten leven.
“Rozenbottels kun je maandenlang plukken, vanaf september tot in de late winter”
- Pluk alleen de planten, bessen, paddenstoelen, noten en wieren waarvan je zeker weet dat ze ook eetbaar zijn en dat je ze juist hebt weten te determineren.
- Pluk zoveel mogelijk boven de 1 meter in gebieden waar veel vossen wonen, vanwege de mogelijkheid van vossenlintworm. Was en kook zoveel mogelijk de planten die je lager op de grond plukt. Vossenlintworm is een parasiet die vooral in het oosten van het land voorkomt. Verhitting is het beste middel om de eitjes te vernietigen.
- Check je kleding en je huid regelmatig op teken. Vooral de Veluwe en andere bosrijke gebieden kunnen rijk zijn aan teken, het ene jaar meer dan het andere. Verwijder teken direct als je ze aantreft, want ze kunnen drager zijn van de ziekte van Lyme.
- Controleer je wildpluk ter plekke op vuil zoals zand, dennennaalden, gras en insecten. Hoe schoner de wildpluk is, des te minder rommel je thuis hebt.
- Graaf nooit wortels uit waarvan je niet zeker weet of het eetbare wortels zijn van de plant die je wilt plukken. In de winter graaf ik pastinaak, grote klis en andere wortels uit. Ik herken de afgestorven plantendelen en weet hoe de wortels moeten ruiken.
“In de winter steekt kraailook vaak met kop en schouders boven het gras uit en is daarom goed te spotten”
- Controleer ook thuis altijd je wildpluk. Heb je de juiste soorten te pakken? Beter twee keer te veel determineren dan een keer verkeerd. Je wilt na het bereiden en eten geen buikpijn of andere narigheden ondervinden.
- Verniel niet je eigen wildpluk stek. Verstoor bij het oogsten van bijvoorbeeld wortels niet de gehele bodem. Bij het uitgraven van hopscheuten kan je het beste een hoofdwortel uitgraven met alle zijwortels. Vervolgens ga je op zoek naar een nieuw gebied. Breek geen takken af om bij een appel of noot komen.
- Pluk niet op oude fabrieksterreinen, deze zijn vaak vervuild.
- Wildplukken doe je vooral op droge dagen en vroeg in de ochtend. De planten en bessen zijn dan op hun best om te plukken, en je hebt bij terugkomst ook nog de hele dag om je wildpluk te verwerken tot mooie gerechten.
- Eet altijd een kleine hoeveelheid van iets wat je nog nooit eerder hebt gegeten. Je weet namelijk niet of je lichaam het kan verdragen. Denk aan b.v. notenallergie of vruchtenallergie.
- Neem gezellig een kan koffie en broodjes mee. Geniet van de natuur en deel het met anderen. Ik ga geregeld samen met een vriend wildplukken. We drinken dan een bakkie op een boomstam in the middle of nowhere en genieten samen van de natuur om ons heen.
- Bewaar altijd een plukje blad, bes, paddenstoel, wier of wortel van je wildpluk. Mocht je allergische reacties krijgen of een vergiftiging, dan kun je direct bepalen waardoor wat je bent vergiftigd. (voorzorgsmaatregel als je nog niet bekend bent met wildplukken)
- Download zoveel mogelijk planten-, bessen- en noten apps op je smartphone. De paddenstoelen-App van Casa Foresta is daar een goed voorbeeld van.
- Download de App van de Gifwijzer. Hierop vind je veel voorkomende giftige planten die je moet mijden.
Wat neem je mee als je gaat wildplukken?
De stelregel is: wat je gaat plukken, bepaalt wat je mee gaat nemen. Ga je bijvoorbeeld op zoek naar wilde appels, peren of pruimen, dan zijn emmers een must. Ga je op zoek naar wilde bloemen, dan kun je het beste een rieten mand meenemen. Je handen kunnen maar een maximale hoeveelheid dragen en het is zonde als je op een plukspot komt met waanzinnig veel bessen en je kunt alleen je twee broekzakken vullen.
Ik heb altijd het volgend in mijn bus;
- manden
- emmers
- schaar
- mes
- schep
- snoeischaar
Meer inspiratie:
Wildplukken: Winterlekkernijen
Oogsten in de winter
Doe het zelf: Vrolijke hangers
Rondje moestuin – half oktober
Stadstuinieren: 2021-04 | De regels van het wildplukken. Tekst: Edwin Flores.