Groene portretten: Knolvenkel

Knolvenkel wordt in het Engels niet voor niets “Florence Fennel” genoemd, de groente werd voor het eerst gekweekt in Italië en is daar nog altijd erg geliefd. Via Middeleeuwse handelsroutes kwam het gewas uiteindelijk ook in andere delen van Europa terecht. De witte naar anijs smakende bollen stammen vermoedelijk af van de meerjarige bladvenkelplant, die als kruid wordt beschouwd en prachtige gele bloemschermen krijgt. Deze plant komt van nature voor in kustgebieden langs de Middellandse Zee en wordt inmiddels wereldwijd gekweekt voor de eetbare en geneeskrachtige zaadjes.
“Wil je de bollen witter dan wit laten worden, dan kun je ze tijdens de groei aanaarden”
Een uitdaging
Knolvenkel (Foeniculum vulgare) is helaas geen makkelijke groente om te kweken. Ik probeer het nu al 5 jaar en iedere keer schieten de planten weer door. Waar dat aan ligt? Ik weet het niet. De groente is bijzonder gevoelig voor alles waar “te” voor staat. Te nat, te droog, te warm, te koud, te veel mest, te weinig mest… er is weinig voor nodig om knolvenkel uit balans te brengen. Ik blijf het echter proberen, want behalve dat zowel de knol als het zwierige, frisgroene blad erg lekker zijn, is de plant ook heel decoratief in de tuin.
Knolvenkel zaaien
Knolvenkel is een langedagplant, wat betekent dat ze lange zonnige dagen ziet als een reden om in bloei te schieten en zaad aan te maken. Je kunt haar daarom beter na 21 juni (de langste dag van het jaar) zaaien. Dat kun je dan rechtstreeks buiten in de volle grond doen, maar voorzaaien in wat grotere zaaibakjes en naderhand uitplanten kan ook (“root trainers” zijn bijvoorbeeld ideaal en verkrijgbaar bij Vreeken in Dordrecht). Houd bij alles wat je doet echter in gedachten dat knolvenkel niet van extremen houdt en graag “traag maar gestaag” groeit. Geef haar een plekje in de zon en zorg dat de grond altijd voldoende vochtig is en nooit te nat of te droog. Wil je de bollen witter dan wit laten worden, dan kun je ze tijdens de groei aanaarden. Zo zijn ze ook meteen beschermd tegen eventuele koude nachten.
Knolvenkel oogsten
Oogst knolvenkel vooral niet te laat, grotere knollen zijn niet altijd lekkerdere knollen. En eet ze het liefst zo vers mogelijk en rauw op.

Stadstuinieren 2016-05 – Tekst en fotografie: Stella Faber