Groene verhalen

Groene portretten: Peren

“Houd in gedachten dat de kroon altijd mooi open moet zijn”

De oorsprong van de peer (Pyrus) ligt in Centraal-Azië, waar men het fruit 3000 jaar geleden al kweekte. Inmiddels zijn er ongelofelijk veel verschillende rassen, onder te verdelen in hand- en stoofperen. Helaas worden de bomen wel steeds lager. Dat is natuurlijk praktischer, omdat zowel het onderhoud als het oogsten veel eenvoudiger zijn als je geen ladder op hoeft te klimmen. Maar een ouderwetse hoogstamboom(gaard) vind ik persoonlijk nog altijd het mooiste, al worden die nu steeds zeldzamer.

Een jaarrond plezier van de perenboom

Van een perenboom in je tuin heb je vrijwel het hele jaar door plezier; in de lente dragen de takken mooie bloesem en aan het einde van de zomer hangen ze vol smakelijk fruit. Op het eerste gezicht lijken de bomen wellicht ingewikkelde gasten in een tuin en denk je misschien “maar hoe moet dat met snoeien?”. Gelukkig is dat minder moeilijk dan je denkt, al vergt het wel een beetje research en oefening. Peren hebben veel licht en lucht nodig en waterdoorlatende, humusrijke grond. Kun je ze zo’n plek bieden, dan kun je er jarenlang van genieten.

Perenboom snoeien

Het snoeien doe je in januari of februari, op een droge en vorstvrije dag. Voordat je de snoeischaar of handzaag in de boom zet, is het echter verstandig om hem eerst goed te bekijken. Hoe wil je dat hij gaat groeien? Dat kun je bij een jonge boom namelijk sturen.

Een jonge perenboom heeft een doorgaande stam (de harttak) en zijtakken (gesteltakken) met daarop kleine zijtakjes (spoortjes) waar de vruchten aan zullen groeien. Als de boom goed geacclimatiseerd is, snoei je tijdens de eerstvolgende winter de top en de gesteltakken terug tot het geheel de door jou gewenste vorm heeft. Dit doe je elke winter opnieuw, net zolang totdat de boom eruit ziet zoals jij dat wilt. De spoortjes knip je jaarlijks terug tot op ca. 3 knoppen (knopjes waar later nieuwe takken uit groeien) en nieuwe scheuten snoei je voor een derde weg.

Bij volwassen bomen is de snoei een beetje anders. Houd in gedachten dat de kroon altijd mooi open moet zijn, zodat er genoeg zon en frisse lucht in kan komen. Oude takken die geen vruchten meer dragen, haal je weg. Net zoals takken die te dicht op elkaar staan, elkaar kruisen of naar beneden of naar binnen groeien. Soms zie je ook dat de boom vol zit met jonge scheuten die recht omhoog groeien (“waterloten”). Een paar daarvan kun je laten staan, maar de rest haal je weg.