Boschveldtuin: Groene oase als sociale ontmoetingsplek

“Een groene stok betekent: je mag uit mijn bak plukken”
Boschveldtuin: Groene oase als sociale ontmoetingsplek
Integratie, sociale cohesie, samenwerking: het is vooral taal van welzijnswerkers en meestal niet van toepassing op het met je handen wroeten in de aarde om je tuintje mooi te maken. Toch kan dat wel. In de Boschveldtuin in ’s Hertogenbosch werken jong en oud, allochtoon en autochtoon, singles en families samen aan een prachtige tuin. De droom van iedere gemeentebestuurder.
De tuin ligt op een oud bedrijventerrein aan de rand van de wijk Boschveld. De panden zijn voor een deel verlaten en staan vol met graffiti. Het veld dat aan de tuin grenst is al lang niet gemaaid. Dus al met al is de weg er naartoe wat desolaat. Maar dan valt het oog op de Boschveldtuin. Een en al vrolijkheid komt je tegemoet. Fleurige borden wijzen de weg, slingers wapperen vrolijk in de wind en een kleurrijke totempaal torent boven het geheel uit.
Maximaal vijf jaar
“Dit was vroeger het terrein van de afvalstoffendienst”, vertelt Marijn van Heertum (33), een van de initiatiefnemers. “Zoals je ziet, staat alles in bakken en dat is omdat we een tijdelijke gebruikersovereenkomst hebben van de gemeente, we mogen hier maximaal vijf jaar zitten. De fruitbomen staan dus niet direct in de grond, we kunnen alles als het nodig is zo weer meenemen. Het terrein is gesaneerd, er is uitgebreid bodemonderzoek gedaan en alles is in orde, dus het verleden van dit stuk grond is het probleem niet.”
Tuinieren versus permacultuur
Wie de bakken bekijkt, ziet veel diversiteit. Zoveel mensen, zoveel verschillende manieren van tuinieren. De ene bak is keurig in vakken verdeeld, terwijl er in andere geen enkele structuur te ontdekken is. Marijn: “Dat is inderdaad opvallend. Sommige mensen hier werken strikt volgens de regels van het klassieke tuinieren en anderen volgen de ideeën van de permacultuur. Maar het mooie is dat iedereen van elkaar leert en elkaar respecteert. Zo heb je dat ook tussen ouderen en jongeren. Of autochtone en allochtone mensen.”
Leger aan welzijnswerkers
Boschveld is een multiculturele wijk. 40 procent van de inwoners is van niet-autochtone afkomst. Marijn: “Het was indertijd net geen Vogelaarwijk, maar er gebeurt veel. Er zit hier een leger aan welzijnswerkers en die kijken allemaal naar die tuin van ‘goh dat werkt eigenlijk verrekt goed’. Wij doen hier met een klein budget dingen waar de gemeente blij mee is. Vandaar ook dat ze ons wel tegemoet willen komen waar ze kunnen, maar wel op ons initiatief.” Zo is er bijvoorbeeld een speelberg aangelegd – met tunnels en hutten – op een stuk dat de gemeente eigenlijk zou onderhouden, maar dat niet deed. Daardoor ontstond er een stukje naast de tuin waar dingen gebeurden die niet helemaal in de haak waren. “Toen wij dat oplosten met een speelberg, was de gemeente daar eigenlijk best mee geholpen”, vertelt Marijn.
Marokkaanse leemoven
De blikvanger op het terrein is de leemoven. Een ideetje van een Marokkaanse buurtbewoonster. Marijn: “Het is een simpel te bouwen, traditioneel ding van klei en stro. De Marokkaanse mensen hebben het helemaal gemaakt en het ons geleerd. Ze vinden het helemaal te gek dat ze hier nu een leemoven hebben, dat hadden ze nog niet eerder in Nederland. Je zit er met zijn allen omheen, je eet ervan. Het verbindt heel erg. Je kunt er pizza’s en brood in bakken, maar je kunt er ook mais in roosteren. Hij is op verschillende manieren te gebruiken. Je kunt achterin je vuur houden en dan je deeg voorin wat laten rijzen of je kunt er met een rooster dingen in bakken.”


Ieder zijn eigen reden
Dat zoveel mensen zich fijn voelen in de tuin is een effect dat Marijn niet had verwacht. Ze vertelt dat er allerlei mensen in de tuin komen en ieder voor zijn eigen reden. “Je hebt mensen die helemaal hun eigen plan trekken en er zijn erbij die het juist prettig vinden om in een groep te werken. Dat vinden we allemaal prima.” Wie het leuk lijkt om bij Boschveldtuin aan de slag te gaan, kan zich gewoon inschrijven. Er wordt geen huur gevraagd. De lage bakken worden gezamenlijk onderhouden en de hoge bakken zijn persoonlijk. Marijn: “We werken met een stokkensysteem. Een groene stok betekent ‘je mag uit mijn bak plukken’, een rode stok ‘liever niet’. Maar er staan alleen maar rode stokken. Dat is ook wel begrijpelijk, want als je in je eigen bak iets kweekt en laat groeien, dan wil je ook graag oogsten.”
Altijd een feestje
De tuin is openbaar en dus toegankelijk voor iedereen. Officieel mag je er van zonsopgang tot zonsondergang in. Vrijdagmiddag is de kerngroep, die uit zeven mensen bestaat, aanwezig en dan is ook al het gereedschap beschikbaar. Woensdagmiddag is het kindermiddag en gaat het jonge spul uit de buurt aan de slag. Marijn: “Speciaal voor hen hebben we het speelgedeelte. Een berg met tunnels van wilgentakken en een hut. Maar ze werken ook in de tuin. Ze hebben pas nog de totempaal onder handen genomen. Die boom komt uit dit gebied en we hebben hem teruggebracht. Ter ere van het oogstfeest hebben we hem onlangs weer gepimpt. Het is echt een ding van de kinderen.” De seizoenen worden trouwens altijd aangegrepen voor een feestje. Met midwinter branden er vuren en is er winterkost, bij het oogstfeest zijn er gerechten uit de leemoven en pompoensoep en het midzomerfeest staat vooral in het teken van lekker lang samen zijn.
Voor de toekomst
Marijn en de andere leden van de kerngroep hebben nog behoorlijk wat plannen met de tuin. Zo willen ze intensiever samenwerken met andere stadslandbouwinitiatieven in ’s Hertogenbosch en meer workshops gaan geven. Ook zouden ze graag toiletten en een afdak op het terrein willen. “Zeker op de kindermiddagen en bij workshops missen we dat allebei heel erg.” Op de plek van de tuin komen in de toekomst koopwoningen. De kerngroep zoekt in overleg met de gemeente naar een nieuwe plek in de wijk. “Wij hopen natuurlijk dat deze tuin dan toch op een of andere manier blijft voortbestaan.”
Stadstuinieren 2013-04 – Tekst: Astrid Melger