Cashew way of life: De tuin van Aletta Buurma

Aletta woont samen met haar vriend Sander in hartje Haarlem. Omdat ze daar een klein tuintje op het noorden hebben, huren ze een moestuin in Heemstede. Op 170 vierkante meter grond verbouwen ze hier groenten en fruit waarvan ze de lekkerste maaltijden maken, die ze het liefst aan de picknicktafel in de tuin opeten.
“We komen hier vaak ’s avonds om te plukken en eten”

De tuin van: Aletta Buurma (26)
Functie: arts in opleiding
Woont samen met: Sander (30)
Woont in: Haarlem
Sinds: 2014
Oppervlakte moestuin: 170m2 + 16m2
De tafel is gedekt en de wijn en pastasalade staan klaar. Hoewel? “De sla en peterselie moeten we er nog aan toevoegen, maar die plukken we uit onze tuin”, vertelt Aletta terwijl ze richting een rijtje felgroene kroppen sla loopt. “En de aardbeien voor het toetje natuurlijk ook.” De moestuin is er één tussen vele anderen, schuilgelegen achter een huis aan een slingerende landweg. Het is één grote oase van groen en bloemen, een plek waar je alleen maar heel blij van kunt worden. “Wij zitten hier eigenlijk altijd als het mooi weer is, vaak ‘s avonds. Dan eten we in én uit onze eigen tuin. Voordat ik mijn huidige baan in het LUMC in Leiden had, kwam ik hier een paar keer per week om in de tuin te werken. Onkruid weghalen, zaaien, planten, water geven. Er is altijd wel iets te doen. Maar nu heb ik daar overdag de tijd niet meer voor. De laatste tijd komen we hier alleen ’s avonds of in het weekend, en dan combineren we het tuinieren het liefst met een hapje en een drankje.”
Vallen en opstaan in de tuin van Aletta Buurma
Aletta heeft het tuinieren niet van een vreemde; haar beide opa’s waren agrariër en haar vader heeft ook altijd een moestuin gehad. Als klein kind al hielp ze haar vader bij het tuinieren en na een kleine stop tijdens haar middelbareschooltijd is ze er als student weer mee begonnen. “Ik woonde in Leiden en had zelf geen tuin, maar kon een stukje grond krijgen vlakbij de moestuin van mijn vader. Mijn ouders wonen in Zoetermeer, dus ik moest wel een flink stuk fietsen om er te komen. Daarom ging het tuinieren ook niet helemaal zoals ik gehoopt had, ik liet de moestuin een beetje versloffen. Regelmatig was de sla al zo ver doorgeschoten, dat hij niet echt lekker meer was. Mijn vader greep af en toe in als hij dat nodig vond. Op een dag was mijn composthoop verdwenen, die bleek hij toegevoegd te hebben aan zijn eigen composthoop. Ik denk dat hij vond dat ik het niet goed had gedaan!” De moestuin bij haar ouders heeft vorig jaar plaatsgemaakt voor 170 vierkante meter tuin in Heemstede, maar haar vader speelt nog steeds een belangrijke rol bij het tuinieren: “Ik vraag hem regelmatig om advies, en mijn opa ook. Ze weten zoveel, en het is veel makkelijker en leuker om het hen te vragen dan om het op te zoeken. Tuinieren gaat lang niet altijd in één keer goed, maar dat maakt het eigenlijk ook wel zo leuk. Kijk maar naar het aspergeveldje, daar staat anderhalve asperge in. We zijn hier al een paar jaar mee bezig en hebben ze van onze vorige tuin overgeplant naar hier, maar het resultaat is somber. We hebben nog de hoop dat ze volgend jaar goed uitkomen, maar ik vrees het ergste. Ook de kool doet het heel slecht. Dat komt door de veenmollen, die vreten ze op. We hebben daarom nieuwe koolplantjes geplant – dit keer in een potje met een gat – en aaltjes over de tuin verspreid. Die moeten als een soort natuurlijk bestrijdingsmiddel werken. Of het echt werkt weet ik niet; het merendeel van de nieuwe plantjes leeft in ieder geval nog.”


Vroeg- en laatbloeiers
De groenten staan er verder allemaal prachtig bij. “Toen we hier met onze tuin begonnen, hebben we eerst anderhalve kuub stalmest besteld. Een gigantische hoeveelheid! Maar voor de meeste gewassen moest dit wel, want de zandgrond hier bevat weinig voedingsstoffen. Vooral de kolen hebben de mest hard nodig. Ik heb van tevoren een plan gemaakt, waarbij ik rekening heb gehouden met rotatie en met hoeveel mest de verschillende gewassen nodig hebben. De verschillende soorten gewassen heb ik gegroepeerd, waardoor er nu bijvoorbeeld aparte veldjes zijn met koolsoorten, met aardappelsoorten, met bonensoorten en met verschillende aardbeiensoorten. We hebben van alle soorten zowel vroeg- als laatbloeiers in de tuin, zodat we heel lang uit onze tuin kunnen eten. Van de aardbeien roteren we volgend jaar ongeveer de helft van de plantjes, zodat de andere helft in het tweede jaar lekker veel fruit kan geven. Verder wil ik volgend jaar graag winterharde tuinbonen proberen. Die plant je in oktober en dan kun je er in het voorjaar al van eten. Ik vind bonen geweldig; ze hebben mooie bloemen en groeien snel. En ik vind ze lekker. We hebben sowieso alleen maar in de tuin staat wat we lekker vinden. Tijdens het tuinieren speculeren we graag over waarom aardbeien in het Engels strawberries (stro-beien) heten en in het Nederlands aard-beien. De aardbeien liggen in ieder geval op een lekker zacht bedje van stro, om de vruchten te beschermen tegen opspattende modder. Dat kan geen toeval zijn toch?”
Alles in de soep!
Thuis hebben Aletta en Sander op hun 16 vierkante meter tuin alleen een aantal kruidenplanten staan. Moestuinieren heeft er weinig zin, omdat de tuin op het noorden ligt. Wel hebben ze er nog drie kippen en een kuikentje. “De eieren die ze leggen eten we op, en we hebben tegen elkaar gezegd dat als ze geen eieren meer leggen, we ze in de soep zullen doen. Ik weet niet of we daar tegen die tijd nog zo over denken, maar op zich is dat hoe ik het liefst leef. Als ik zonder beperkingen mag dagdromen zou ik het liefst ooit een landgoedje in de buurt hebben met een paar varkentjes, schapen, koeien en andere leuke dieren. En natuurlijk een grote ommuurde moestuin, met allemaal mediterrane fruitbomen tegen die muur. Wist je dat die muren op het zuiden een speciale functie hebben? Ze nemen overdag veel warmte af en geven die warmte ’s nachts weer af, daar houden Mediterrane planten zoals abrikozen- en perzikbomen wel van. Een moestuin en dieren dus, en dan helemaal zelfvoorzienend leven op een mooi landgoed. Het is een droom hè?!”


Tuinieren à la Aletta
- Vraag de mensen om je heen om tips en adviezen
- Werk met een roteersysteem waarbij je de locaties van de gewassen jaarlijks wisselt. Zo kun je ook de hoeveelheid mest per gewassoort afstemmen, afhankelijk van hoeveel voeding de verschillende gewassen nodig hebben.
- Maak smakelijke gerechten met de groenten en kruiden uit eigen tuin
Stadstuinieren 2015-04 – Tekst en fotografie: Marike Ooms