Frisse peultjes

‘een van de fijnste groenten om zelf te kweken zijn peulen”
Voor wie niet kan wachten om weer in de moestuin te beginnen, zijn peultjes ideaal. Je kunt ze namelijk al in maart zaaien. Sterker nog, deze snelle groeiers doen het beter in het voorjaar dan in de zomer.
Een van de fijnste groenten om zelf te kweken zijn peulen. Je kunt er vroeg mee beginnen, ze bloeien prachtig en kunnen al behoorlijk snel worden geoogst. En – ook niet onbelangrijk – je kunt er in de keuken van alles mee doen. Roerbakken, smoren, koken en stomen of voor in een lekker groentesoepje.
Wat niet iedereen weet, is dat peulen de voorlopers van erwten zijn. Oogst je de peulen niet, dan groeien er erwten in. Maar toch is het handig om bij het zaaien al te kiezen wat je uiteindelijk wilt gaan eten. Er zijn namelijk soorten die geschikter zijn voor peulen, omdat ze geen draden hebben en sappiger van smaak zijn, en er zijn er die juist een lekkere erwt geven. Vandaar dus ook dat zaadhandelaren onderscheid maken tussen het zaad.
Bloemen als vlinders
Peultjes zijn eenjarig en behoren, net als bonen, tot de vlinderbloemigen. Ze kunnen goed tegen kou en hebben ook geen last van een beetje nachtvorst. Het zijn van die planten die het ook prima in de siertuin zouden doen met hun elegante ranken en hun fleurige bloemen. Die bloemen kunnen diverse kleuren hebben. Zo bloeit het ras ‘Corne de Belier’ wit, de ‘Grijze Roodbloeiende’ – de naam zegt het al – rood, en de ‘Golden Sweet’ in blauw met purper. Die laatste krijgt trouwens ook nog eens mooie botergele peulen.
Peultjes in pot
Wat voor mensen met weinig ruimte fijn is, is dat je peulen ook prima in potten kunt verbouwen. Gebruik wel een grote pot en zorg voor de nodige ondersteuning. Hiervoor kun je bijvoorbeeld wilgentakken gebruiken. Bind de takken bovenaan samen en zaai de plantjes aan de binnenzijde van het koepeltje. Je kunt de peulen natuurlijk ook tegen kippengaas op laten groeien.
Goed voor je tuin
Peulen hebben ook nog een voordeeltje voor de andere planten in de moestuin. Ze hebben namelijk wortelknobbeltjes die stikstof uit de lucht vastleggen. Knip na je laatste oogst de stengels net boven de grond af en zaai tussen de wortels weer andere groenten. Die kunnen dan profiteren van de stikstof die vrijkomt.
Hoge peulen en lage peulen
Je hebt lage en hoge peulensoorten. Lage soorten noemen we stampeulen, de hoge rijspeulen. Rijspeulen worden minimaal een meter hoog, maar sommige rassen halen met gemak de twee meter. Stampeulen blijven een stuk lager en hebben niet per se steun nodig, maar wanneer je ze toch wat houvast geeft met wat gaas, blijven ze beter overeind en voorkom je dat de peultjes in de modder hangen. Of je kiest voor lage of hoge peulen, is vooral een persoonlijke keuze. De hoge rassen vergen wat meer werk, doordat je daarvoor iets moet maken waar ze tegenop kunnen klimmen. Daarentegen plukt dat weer makkelijker en nemen ze op de grond minder ruimte in.
Lekker oogsten
Hou je peulen na de bloei goed in de gaten, want al snel daarna zijn ze groot genoeg om geplukt te worden. Als het lekker warm is, groeien ze erg hard en kun je soms dagelijks oogsten. Eet peultjes bij voorkeur op de dag dat je ze oogst, dan zijn ze het allerlekkerst.
Peulen kort en bondig
Wetenschappelijke naam: Pisum sativum
Zaaien: Binnen of in een koude kas in januari en februari. Buiten in maart, april en mei.
Bloei: Vanaf mei
Oogst: Vrijwel direct na de bloei in mei.
Stadstuinieren 2014-01 – Tekst: Annelies den Hartog en Astrid Melger