Rotterdamse Munt: Een geurige oase in de stad

“Mensen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de eetbare tuin, maar ook eigenwaarde opbouwen”

De economische crisis van de afgelopen jaren heeft een enorme boost gegeven aan stadslandbouwprojecten en buurttuinen in het land. Buurtbewoners nemen het initiatief om een groene oase in hun wijk op te bouwen, zodat braakliggende grond een ontmoetingsplek wordt voor jong en oud. Zo ook in Rotterdam, waar stadskruidentuin Rotterdamse Munt zorgt voor sociale cohesie, educatie en natuurlijk verrukkelijke oogst. Stadstuinieren sprak met Ingrid Ackermans, projectleider en initiatiefneemster van het eerste uur.

Er is al veel bedrijvigheid als ik op een frisse lente-ochtend aankom bij de stadstuin in Rotterdam-Zuid. Een kleuterklas rent in het rond, twee mannen zijn bezig met het maken van informatiebordjes voor bij de kruiden en een groepje vrouwen zit al keuvelend gezellig onkruid te wieden. ‘Het initiatief is echt ontstaan vanuit de buurt’, zo begint Ingrid haar verhaal. ‘Ik woon hier in de buurt en wilde heel graag iets doen in mijn eigen stad. Rotterdam-Zuid is het jongste stadsdeel van Nederland, een wijk met veel kinderen. Maar het is ook een stadsdeel met veel steen en maar weinig groen.’ Ingrid – die een stedenbouwkundige achtergrond heeft – verzamelende eind 2013 een groep enthousiaste buurtgenoten om zich heen en de munttuin kon starten.

Samenwerking in de buurt

Hoewel de tuin pas een krappe vier jaar bestaat, staat er een mooi en georganiseerd tuinbedrijf. ‘Al vanaf het begin hebben we goed gekeken naar de sociale, fysieke en economische aspecten van de tuin. We wilden onafhankelijk zijn van giften of subsidie. Door samenwerking in de buurt op te zoeken, kom je verder. We geven natuurlessen aan scholen, bedrijven komen hier vergaderen, we organiseren twee keer per jaar een festival en we verkopen natuurlijk volop onze kruiden en eetbare bloemen. Hoewel we heel praktisch zijn begonnen met het slaan van paaltjes en het bouwen van de houten bakken, hebben we in een paar jaar een professionele organisatie neergezet met drie betaalde krachten en een grote groep enthousiaste vrijwilligers.’

Twaalf soorten munt

De keuze om een munttuin aan te leggen kwam voort uit de multiculturele samenstelling van de wijk. Ingrid vertelt verder: ‘Muntthee is een paar jaar geleden heel populair geworden, maar vanuit de Arabische cultuur is het veel meer. Van oudsher is het aanbieden van een glas muntthee een gebaar van gastvrijheid. Dat vond ik een heel mooi gegeven. Daarnaast is het heel leuk om verschillende soorten munt te telen. Voor veel mensen is ’t een openbaring dat er zoveel muntsoorten zijn. Ik geloof dat er zo’n 600 verschillende soorten munt zijn, waarvan er 200 zijn beschreven. Op dit moment hebben we hier twaalf soorten munt. Het is een dankbare plant die zich gemakkelijk aanpast aan ieder klimaat. Zo heeft iedere klimaatzone op onze planeet een eigen muntsoort met een eigen smaak.’

De faciliteiten op de Rotterdamse Munt zijn indrukwekkend te noemen: er is een goed gesorteerde tuinwinkel, die tevens afhaalpunt is van de pakketten met lokale producten via Rechtstreex. In de keuken worden lunches bereid, er is ruimte om met de vrijwilligers te lunchen en in de grote kas vinden workshops en natuurlessen voor schoolkinderen plaats. Een grote wand met droogkasten geeft de mogelijkheid om de geoogste kruiden goed te laten drogen. ‘We hebben te maken met een aantal pieken in de oogst. Munt moet je op tijd oogsten voor de bloei, want daarna verliest het blad aan smaak. Als we op dat moment weinig verkopen, drogen we de kruiden voor de thee. Munt is in twee tot drie dagen droog, dus dat gaat heel snel. Zo kunnen we het hele jaar door onze kruidenthee drinken en natuurlijk verkopen’, aldus Ingrid.

Eetbare bloemen

Naast de munt wordt er ook een 25-tal verschillende bloemen geteeld, die allemaal eetbaar zijn. Ingrid vertelt: ‘We verkopen ze aan restaurants hier in de buurt. Vooral chef-koks die volgens de seizoenen koken, maken dankbaar gebruik van ons bloemenaanbod. Nu groeien er al viooltjes en straks natuurlijk de borage, goudsbloemen, daglelies en kamperfoelie. In het begin plukten we zelf de kruidensalades voor de restaurants, dat zijn echte smaakbommen! Maar nu laten we de koks zelf plukken en ze rekenen af per gewicht. Zo kunnen ze zelf kiezen. Je moet continue kwaliteit kunnen leveren en door ze zelf te laten plukken, hebben ze ook zelf daar de hand in. Voor particulieren hebben we kruidenabonnementen. Daar willen we komend jaar nog meer uithalen. Maar het is wel lastig. We zitten op een soort kruispunt in de stad tussen tweeverdieners en mensen met weinig inkomen. De bereidheid om een goed bedrag voor de verse kruiden te betalen, verschilt dus. Mensen kopen ook verse kruiden bij de goedkope supermarkt aan de overkant. Ik vind dat prima.’

De bloemen top 3 van Ingrid

  • Salvia Guaranitica: een salie met een knalblauwe, stevige bloem die vol nectar zit.
  • Salvia Elegans Honey Melon: een zoetige honingmeloensalie.
  • Cosmos Bipinnatus: een cosmea met een parfumachtige smaak. Prachtig op taartjes en salades.

Muntkevers en konijnen

Tijdens een wandeling door de kruidentuin laat Ingrid zien hoe gestructureerd het complex is ingedeeld. Het totale terrein beslaat zo’n 3000 vierkante meter, waarvan effectief duizend vierkante meter bestempeld is als plantoppervlak. Ingrid legt uit: ‘We maken jaarlijks een teeltplan. Ongeveer de helft van onze beplanting bestaat uit vaste planten, zoals de munt, daslook en de bessenplanten die zorgen voor wat schaduw. Er ging wel een tijd overheen voordat alles op z’n plek stond. We hebben de bakken genummerd, zodat ook voor de vrijwilligers duidelijk is wat waar staat en welke taken er bij welke bak horen. We tuinieren in bakken omdat we op een dijk zitten waar we van het waterschap niet in mogen spitten. Een voordeel van het tuinieren in bakken is dat we per gewas de samenstelling van de grond aan kunnen passen. We voegen compost toe om de grond te verrijken. Mediterrane planten zoals salie krijgen wat meer kalk.’ Al wandelend wijst ze een konijnenhol aan: ‘Hoewel wij niet graven, doen de konijnen dat wel. Zij komen in de winter naar eten zoeken. En de muntkevers, ze zijn prachtig om te zien, maar die hadden we ook liever niet. We proberen ze te vangen, zodat ze niet van de munt eten.’

Leer-werktrajecten

Samen zorgen voor de tuin staat centraal in Ingrids verhaal: ‘Er is een groep van zo’n veertig actieve vrijwilligers. Mensen komen hier voor hun plezier omdat ze het leuk vinden om samen met anderen te tuinieren. Sommige vrijwilligers wonen hier in een appartement en missen een tuin. Er zijn ook mensen die het meewerken in het tuinteam of het ontvangstteam voor zichzelf inzetten als een manier om te re-integreren of om de benodigde werkervaring op te doen. Die mensen proberen we natuurlijk zo goed mogelijk te ondersteunen. Daarnaast regelen we professionele, en vooral leuke en leerzame trainingen voor ze, zoals bijvoorbeeld een cursus tot tuingids of een feedbacktraining. Voor de toekomst is het nodig een wat steviger bedrijfsmodel neer te zetten, waarbij we samen met scholen en de gemeente activiteiten willen ontwikkelen. Jobcoaching, natuur- en milieu-educatie en leer-werktrajecten, Rotterdamse Munt is er de ideale omgeving voor. Mensen kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de eetbare tuin, maar ook eigenwaarde opbouwen en hun kennis over natuurlijke groei en echte smaak vergroten. Je ziet dat ze weer gelukkig kunnen zijn en samen een mooi resultaat voor elkaar krijgen’, zegt Ingrid vol passie. ‘Daarnaast willen we ons meer richten op bedrijven die een activiteit of een workshop willen doen in het kader van teambuilding of een breakoutsessie. De eetbare stadsnatuur is een onuitputtelijke inspiratiebron en brengt mensen vaak tot nieuwe inzichten, en ook dichter bij elkaar.’

Verhuizing

Nu de economie weer in de lift zit, blijkt het voortbestaan van veel buurttuinen onzeker. Projectontwikkelaars zetten hun zinnen weer op de kostbare bouwgrond in de stad. Ook voor Rotterdamse Munt staat een verhuizing voor de deur. ‘Volgend jaar gaan we de tuin verplaatsen richting de Rosestraat, in een park boven het spoor. We kijken er wel naar uit, want we hebben daar iets meer ruimte en het is een permanente locatie. We pakken gewoon heel de boel op, nog zo’n voordeel van het tuinieren in losse bakken.’ Terwijl we nog even ruiken aan de sinaasappeltijm heb ik het gevoel dat het helemaal goed gaat komen. Ik kom tegen die tijd graag nog een keer terug!

Rotterdamse Munt
Rosestraat 200, Rotterdam
www.rotterdamsemunt.nl

 

Stadstuinieren 2017-02 – Tekst en fotografie: Susan Lambeck