Boliviaanse schoolkinderen smikkelen van zelfverbouwde groenten

“De schooltuin is eigenlijk een openluchtklaslokaal; een laboratorium waar de stadskinderen proefjes kunnen doen en kunnen zien hoe dingen groeien”
Terwijl de Albert Heijn Nederlandse kinderen het afgelopen jaar massaal aan het moestuinieren kreeg, verbouwen duizenden Boliviaanse schoolkinderen al jaren hun eigen groenten.
In Nederland gaan de schoolkinderen na de kerstvakantie weer naar school, in Bolivia is het tijd voor de zomervakantie. Op zeven scholen in de stad Cochabamba, hebben 800 kinderen in hun schooltuin groentes zoals snijbiet, sla, radijs, peterselie, sperzieboontjes en stampompoen geoogst. Voordat ze zomervakantie hebben, krijgen ze zaadjes van verschillende groenten mee om thuis in te zaaien. Want zomervakantie betekent regentijd; de beste tijd om te tuinieren.

Te weinig vitamines en mineralen
De kinderen doen mee aan het schooltuinenproject van Stichting NME Mundial en lokale partnerorganisatie Alerta Verde. De stichting is een initiatief van Nederlander Arnold Brouwer, die zelf in Bolivia woont. NME Mundial verzorgt natuur- en milieueducatie voor kinderen en volwassenen in Cochabamba, de op twee na grootste stad van Bolivia.
Arnold vertelt: ‘Door tekort aan vers voedsel, hoge prijzen en slechte voorlichting krijgen kinderen in de buitenwijken van Cochabamba te weinig vitamines en mineralen binnen. Hierdoor kampen ze met ontwikkelingsproblemen en zijn hun leerprestaties lager dan nodig.’ Met het schooltuinenproject wil Arnold zorgen voor betere voeding en dus betere leerprestaties.

Alleen natuurlijke bestrijdingsmiddelen
Elk schooljaar (februari-november) krijgt een groep scholen wekelijks 80 minuten les over het zaaien, onderhouden en oogsten van groenten. Dit om de kinderen en hun ouders te stimuleren ook thuis aan de slag te gaan met moestuinieren. De scholen leggen samen met Alerta Verde een schooltuin aan. De kinderen krijgen theorie- en praktijkles. Arnold: ‘De schooltuin is eigenlijk een openluchtklaslokaal; een laboratorium waar de stadskinderen proefjes kunnen doen en kunnen zien hoe dingen groeien.’ Op de schooltuinen gebruiken ze alleen Na de oogst komt het leukste deel: dan mogen de kinderen de groenten zelf bereiden en opeten.

Iets té enthousiaste moestuinierder
Arnold: ‘Je ziet dat vooral de jonge kinderen enthousiast zijn. Na de basisschool krijgen kinderen toch andere interesses. Zo sprak ik een moeder wiens zoon had gezegd dat hij van de leraar tuingereedschap moest kopen voor de schooltuin, wat uiteraard niet waar was. Vervolgens kregen zijn ouders de schrik van hun leven toen ze na een dagje weg thuiskwamen. Hun zoon had de tuin omgespit om er een moestuin van te maken. Gelukkig was de moeder niet boos, maar vroeg ons haar zoon goed te leren hoe hij een moestuin moest aanleggen en onderhouden. Een ander jongetje was dolblij met de zaadjes die hij meekreeg. “Met deze zaadjes ga ik groente telen die ik daarna aan mijn moeder geef, zodat we er van kunnen eten.” Geweldig dat we kinderen blijkbaar zo kunnen stimuleren.’

Les op Nederlandse scholen
In totaal hebben de afgelopen negen jaar 35 scholen en meer dan 10.000 leerlingen les gehad over moestuinieren, recycling en gezonde voeding. De stichting is nu bezig met het opzetten van lessen op Nederlandse basisscholen. Met een speciaal ontwikkeld lespakket krijgen Nederlandse kinderen les over de verdeling van voedsel in de wereld en over het leven in Bolivia. Ze leren hoe je kunt bijdragen aan een beter milieu voor iedereen. Bijvoorbeeld door zelf je groenten te verbouwen. Ook in de stad.
Wil je meer weten over de projecten van NME Mundial? Kijk dan eens op www.nmemundial.org.

Stadstuinieren 2016-01 Tekst: Kim Nelissen, tekstbureau KimTikt.