Als alternatief: Koolrabi

Voor de beginnende tuinier (of zelfs de ervaren) zijn kolen verrassend moeilijk om goed te kweken, omdat ze zeer gevoelig zijn voor ongedierte en precies de juiste hoeveelheid voeding en water nodig hebben.

Niet alleen zijn ze een uitdaging, maar ze nemen ook veel ruimte en tijd in beslag voor een enkele oogst. En laten we eerlijk zijn, een hele biologische kool kost minder dan een euro bij de groenteboer, dus waarom zou je ze zelf verbouwen? Gelukkig is er een makkelijker, sneller en interessanter alternatief dat bovendien minder ruimte in neemt, namelijk de koolrabi.

Verkrijgbaar in groene en paarse rassen smaakt de koolrabi vergelijkbaar met kool (met een nootachtig vleugje). Het is zeer decoratief en de bladeren, stengels en bloemen zijn ook smakelijk.

Zaaien

1,5 centimeter diep, 15 centimeter uit elkaar (of 4 per vierkante meter). Zaai regelmatig (in kleine hoeveelheden) op elk moment tussen maart en augustus, zodat je het hele jaar door kunt oogsten.

Verzorging

Plaats in de volle zon of halfschaduw. Geef ze goed water voor volle en malse exemplaren. Zeer geschikt voor de teelt in potten of in je bloembedden.

Oogsten

Rond 10 tot 12 weken na het zaaien, tussen april en oktober. De meeste soorten smaken het best wanneer ze geoogst worden als ze de grootte hebben van een golf- of tennisbal, hoewel er ook een aantal extra grote rassen zijn, zoals de ‘Superschmelz’, die zo groot als een voetbal kunnen worden!

Bewaren

Was en snijd de stengels en de bladeren. Droog de koolrabi en stop ‘m in een afgesloten plastic zak. Op een koude, donkere plaats (of in de koelkast) blijven ze wekenlang goed, of zes maanden in de vriezer.

Bereiden

Koolrabi kan zowel rauw (heerlijke geraspt in een salade) of gekookt als kool worden gegeten.

Heerlijk met

Oude kaas, spek, room, mascarpone, radijs, wortelen, aardappelen, peterselie, knoflook, appels, rozijnen en citroensap.

Stadstuinieren 2015-03, Tekst en fotografie: Natassia Doets