Ik teel niets dat je ook in de supermarkt kan vinden

“zo probeer ik momenteel een Tibetaanse patat”
Ivan Maertens tuiniert al heel zijn leven, maar de jongste jaren werd alles intenser en ook spannender. Hij is voorzitter van de lokale afdeling van Velt (de Vlaamse Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren), lid van een zadenwerkgroep en erg actief in de Velt-tuin in zijn gemeente Heist. Een bezoek aan zijn tuin leert gauw waar Ivans groene hart sneller van gaat slaan: experimenteren met nieuwe en vergeten groenten of met bijzondere variëteiten van klassieke groenten, zoeken naar betere teeltmethoden, en bovenal: een maximale bodemvruchtbaarheid nastreven.
Compost
Een ervaren moestuinier kent het belang van compost en het eerste wat Ivan toont is dan ook zijn compostbak. “Ik maak compost van het kort gemaaide gras van de buren in de straat. Ze komen het hier zelf brengen en voor mij is het de ideale grondstof voor mijn eigen compostbereiding. Ik verkrijg hiermee een bruine compost zonder grote stukken. Deze is iets minder rijk aan stikstof, maar hij stimuleert wel extra het bodemleven”, vertelt hij.
Fauna in de moestuin
Bodemleven en tuinfauna zijn voor Ivan trouwe bondgenoten van de moestuinliefhebber. “Tussen de groenten en het fruit creëer ik zogenaamde ‘ecologische hoekjes’ met gras en diverse bloemen. Deze trekken bijen en andere insecten aan, maar ook kikkers en spitsmuizen. “Zo voelen ze zich ook thuis in de tuin en dragen ze bij aan de biodiversiteit en het evenwicht. Enkel wanneer de diertjes planten aanvallen zoek ik een oplossing. Dat gaat dan meestal om netten, om te beschermen tegen vogels, vlinders en motten, of wat plastic…”

Vitabella en Tibetaanse patat
Een aanzienlijk deel van Ivans moestuin is voorbehouden voor aardappelen. “Ja, ik heb wel een passie voor aardappelen. We hebben er hier goede grond voor. Ik probeer voortdurend nieuwe en vergeten variëteiten of soorten uit andere werelddelen, zo probeer ik momenteel een Tibetaanse patat.”
Als lid van de zadenwerkgroep krijgt hij telkens nieuwe variëteiten en deelt hij zijn zaad met de andere leden. Ivan toont telkens andere aardappelplanten. “Dit hier is de Vitabella, een vroege soort die goed bewaart. En daar staat de Carolus, een bloemige soort met rode oogjes waar je heerlijke frieten van kan maken. Daar zie je Connect, een wat later soort die ik in een bult plantte. De aardappelen van de Connect zitten dieper dan gewoonlijk, met die bult vermijd ik dat je te diep moet graven. Eigenlijk is het elk jaar iets anders. Ik probeer het, deel mijn ervaringen met de anderen en dan ga ik opnieuw verder zoeken. Zo bekijken we ook hoe plaagresistente variëteiten en aardappelvariëteiten met goede kiemrust zich gedragen.”

Oranje bloemkool
“Echt klassiek fruit en groente zal je bij mij nooit vinden. Ik heb bijvoorbeeld wel aardbeien maar bijna nooit de variëteiten uit de supermarkt. Ik kies ook graag voor bijzonder varianten: rode spruiten of oranje bloemkool. “Hoe die bloemkool smaakte? Het viel tegen. We vonden het veel te pikant. Zo gaat dat: je doet heerlijke ontdekkingen, maar er zijn ook groenten en fruit die tegenvallen.”

Nieuwe groenten
Een rondgang in de tuin van Ivan is vooral een tocht langs onbekende groenten en fruit. De suikerwortel, bijvoorbeeld “die al geteeld werd ten tijde van de Romeinen als grondstof voor suiker “ Of de kalibos, een rode spitskool… en de Chufa, “een wortelknol uit Marokko” of nog: de Yakon uit Peru, een soort zoete grondknol. Ook qua bessen houdt Ivan het niet bij het klassieke. Zo teelt hij ook de Japanse wijnbes, “een heerlijke zoete bes, maar ook teer en fragiel die je kort na het plukken moet eten. Je ziet: bepaalde heerlijkheden moet je echt zelf telen als je ze wilt proeven. Die halen het nooit tot in de winkel.”

Stadstuinieren 2014-03 – Tekst: Niko D’hont