Romke van de Kaa: Vijver op het balkon

Er zijn genoeg redenen om in een tuin een vijver aan te leggen: water werkt als een spiegel waardoor de tuin groter lijkt; water zorgt voor beweging als een briesje het oppervlak doet rimpelen. En vijvers verhogen de biodiversiteit van een tuin. Vogels komen baden en water drinken, libellen zweven boven het wateroppervlak en kikkervisjes schuilen tussen de wortels van moerasplanten.
“In een grote houten kuip, of in een ruime stenen kom, kun je een mini-waterlelie huisvesten”
Er zijn genoeg redenen om in een tuin een vijver aan te leggen: water werkt als een spiegel waardoor de tuin groter lijkt; water zorgt voor beweging als een briesje het oppervlak doet rimpelen. En vijvers verhogen de biodiversiteit van een tuin. Vogels komen baden en water drinken, libellen zweven boven het wateroppervlak en kikkervisjes schuilen tussen de wortels van moerasplanten.
Er zijn soms ook redenen om beslist geen vijver aan te leggen. Vooral in tuinen waarin kinderen of kleinkinderen spelen, is het geen goed idee om vijvers te maken. Zelfs ondiep water is voor kleuters gevaarlijk. Kinderen en vijvers is geen gelukkige combinatie.
Maar stel: je hebt geen kleine kinderen, maar ook geen tuin, en alleen maar een balkon of een terras, zoals dat in de stad vaak het geval is. Dan hoef je het water niet te missen.
Normaal gesproken is een vijver een met water gevuld gat, maar er is niets op tegen om het begrip ‘vijver’ wat op te rekken tot ieder voorwerp waarin water kan blijven staan. Dat kan een simpel vogelbadje zijn, maar ook een kuip of een teil vol waterplanten.
Het voordeel van een kuip of een kom vol waterplanten is dat je die planten geen water hoeft te geven. Ze dobberen er immers al in. Kuipplanten moeten ’s zomers iedere dag water hebben en als je ook wel eens een lang weekend weg wilt, kan dat knap lastig zijn. Vooral op een winderig balkon kunnen potplanten snel uitdrogen. Heb je een kuip vol met waterplanten, dan hoef je die alleen eenmaal per week een beetje bij te vullen.
In een klassieke vijver plant je waterlelies, zwanenbloemen en pijlkruid, maar in de balkonvijver is dat niet praktisch. Die planten worden eenvoudigweg te groot, hoewel er ook mini-waterlelies zijn. De beste oplossing voor kuipen en bakken en schalen zijn tropische waterplanten die je voor weinig geld in plastic kuipjes bij een tuincentrum kunt kopen.
De drie populairste zijn drijvende planten: de vlotvaren, de waterhyacint en de watersla. In een grote glazen kom zijn deze planten dubbel decoratief omdat niet alleen hun blad, maar ook hun fijnvertakte wortels fascinerend zijn om naar te kijken. Deze planten kunnen ’s winters binnen overwinteren, maar als je ze vergeet binnen te halen, en ze in het najaar buiten verpieteren is het geen aanslag op je portemonnee om ze volgend voorjaar weer te kopen.
In een grote houten kuip, of in een ruime stenen kom, kun je een mini-waterlelie huisvesten. Er bestaan waterlelies die aan 50, of zelfs aan 20 cm waterdiepte al voldoende hebben. Bedenk wel dat potten en kuipen s’winters kunnen stukvriezen, zeker als ze vol water staan. Giet ze voor een groot deel leeg en berg ze vorstvrij op. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar het is ook mogelijk om de waterlelie in vochtig zand in een plastic zak vorstvrij te bewaren, en om de pot omgekeerd buiten te laten staan.
Ook zonder waterplanten kan water mooi zijn. Fonteinen vervelen nooit en bovendien kan het geluid van klaterend water verkeersgedruis of ander storend lawaai overstemmen. Hoewel er ook mensen zijn die een hekel aan fonteinen hebben, omdat ze van al dat geklater voortdurend moeten plassen. Er zijn holle stenen in de handel – grote zwerfkeien met een deuk erin waarin water kan blijven staan. Zoiets is leuk om te zien, zeker als vogels er een bad in komen nemen. Voor een balkon is zo’n reuzenkei misschien wat onpraktisch – je moet hem immers naar boven zien te krijgen – maar op een terras of op een binnenplaatsje kan het een boeiend object zijn.
Stadstuinieren 2014-01 – Tekst: Romke van de Kaa