Taco's Stadsmoestuin - Oktober- December - Stadstuinieren
artikel

Taco’s Stadsmoestuin – Oktober- December

Taco's Stadsmoestuin - Steeds weer een nieuwe start - cover

We noemden de laatste warme dagen even nazomer of Indian Summer, maar het is al lang herfst. De winter won het van de zomer, de nachten zijn sinds 21 september weer langer dan de dagen.

“Ontkieming van zaden is het begin van het groeiproces van een plant”

Afgelopen zomer was ik bij Stonehenge in Engeland, waar ze pas ontdekten dat ze daar midwinter vierden en niet zo zeer midzomer. De terugkeer van het licht na de langste nacht met midwinter is natuurlijk ook veel feestelijker dan het korter worden van de dagen na midzomer.

Want mét het licht komt warmte én kiem- en groeikracht. Maar goed, daar zijn we dus nog niet. We zitten nu in de ‘donkere helft’ van het jaar. In oude kalenders begint het nieuwe jaar nadat alle oogst binnen is, wanneer het licht ‘sterft’ rond 1 november. Een nieuwe dag begon wanneer de zon onder ging, want voordat iets kan groeien moet er rust zijn, alles wordt geboren in het donker.

Kiemrust

Ontkieming van zaden is het begin van het groeiproces van een plant, waarin uit een embryo of kiem een kiemplant groeit. Veel planten vormen zaden die pas na enige tijd gaan kiemen. Dit noemen we kiemrust. Zonder kiemrust kan het zaad al gaan kiemen als het nog aan de plant vastzit. Dit heet schot. Je ziet het bij granen en nog vaker bij grassen.

Om het zaad zit een zaadhuid, waarbinnen een compleet plantje (kiem) met worteltje en ‘pluimpje’ zit. Het pluimpje bestaat uit een stengel met zaadlobben, waarin het reservevoedsel zit. Bij bonen is dit heel duidelijk. Het begint allemaal met de opname van water, door weken of regen. De zaadlobben zwellen op en je ziet een worteltje verschijnen. Een erwt in deze fase lijkt bijna op een dikkopje, het kikkervisje voor het poten krijgt. De kiemwortel groeit uit tot een hoofdwortel met zijwortels of er groeien nieuwe, stevigere wortels uit. Later verschijnt de stengel en richt deze zich op. Bij bonen komen de kiembladen boven de grond, bij erwten en tuinbonen blijven deze onder de grond. Bij erwten, maar ook bij gras en mais bijvoorbeeld, komt er een soort buisje boven de grond. Hierin zit het eerste kiemblaadje. Dit eerste blad ziet er anders uit dan de volgende bladeren. Het is ovaal of bijna rond; pas aan de volgende bladeren herken je de soort.

Warmte, licht & meer

Sommige zaden stellen eisen aan de temperatuur om te kiemen. Slazaad kiemt bijvoorbeeld niet goed bij een temperatuur boven de 18°C. Andere soorten, zoals mais, komkommer, tomaten en kousenband, hebben juist een hoge temperatuur nodig. Er zijn ook gewassen waarvan de zaden kou moeten hebben gehad voor ze gaan kiemen, ze moeten gevernaliseerd of ‘doorgewinterd’ zijn.

Zaden kunnen soms heel lang kiemkrachtig blijven in de grond. Zodra de grond gespit of omgewoeld wordt, komen ze aan het oppervlak en kunnen ze kiemen door de invloed van het zonlicht. Soms zijn enkele seconden al genoeg als startsein voor het zaadje. Helaas geldt dit ook voor veel onkruidzaden, zodat je er soms wijs aan doet om, na het spitten, een ‘vals zaaibed’ te maken om ze te laten kiemen vóórdat je je groenten zaait. Er zijn ook soorten die alleen kiemen wanneer de zaden constant in het licht liggen, zoals tabak.

Sommige zaden hebben meer nodig dan vocht om het kiemproces te beginnen, zoals vorst, beschadiging, rotten, gekraakt, opgegeten en deels verteerd worden en in de tropen soms zelfs brand. Gelukkig gaat het met de meeste gewassen die we in de tuin willen kweken veel eenvoudiger en hebben we een heleboel groenten en kruiden die zonder veel kunstgrepen kiemen en groeien.

Woekeren met ruimte

Ook deze zomer stond mijn tuin weer veel voller dan ik vooraf had bedacht. De platte bakken, een klein kasje voor tomaten en een paar komkommers en overal bakken en potten nemen veel ruimte in. Ik ben een paar perziken, appels en peren aan het opkweken als leibomen, maar ik heb geen vrije tuinmuur.. Een tuin vol met planten én met plannen dus, terwijl ik voor het oog ‘rust en ruimte’ ook wel fijn vind.

Ook ben ik letterlijk een beetje ‘uitgekeken’ op de pottenpiramides. Het werkt heel goed voor de aardappels en aardbeien en het is een erg efficiënte manier om 10 grote potten op een vierkante meter kwijt te kunnen, maar kan het nog leuker? Ik moet maar eens bedenken hoe het anders kan en toch net zo handig werkt.

Komende maanden staan de potten weer in de schuur, de aarde bewaar ik in open zakken. In het vroege voorjaar meng ik deze potaarde weer met goede levende compost en maak het klaar voor een nieuw seizoen. In de aarde waarin dit jaar de aardappels groeiden, teel ik volgend jaar andere gewassen, om schimmels en ziekten te voorkomen.

Herfstklusjes

Komende weken zal ik terugkijken en opschrijven wat ik volgend jaar weer hetzelfde of juist anders wil doen. Zaden sorteren en netjes droog en koel opbergen en een lijstje maken om half december te kunnen bijbestellen.

Een bijzonder geslaagd plekje in de tuin was dit seizoen een zonnig ‘overhoekje’ achter de glijbaan van de kids. Op ongeveer een vierkante meter stonden een perzik in pot, een pot met aardpeer, 10 planten suikermais, een eigenwijze komkommer en Oost-Indische kerst tussen de mais. Een beetje rommelig, maar mooi genoeg en heerlijk productief!

Buiten is ook nog wat praktisch tuinwerk te doen. Voor een mooie volle bol kun je je knoflook het beste voor de winter planten. Het ezelsbruggetje is 10-10-10-10 ofwel: rond 10 oktober op 10 centimeter diep en 10 centimeter van elkaar.

Opruimen of niet?

Het is altijd een vraag in welke mate je je tuin voor de winter moet opruimen. Het oogst wel rustig om wat ruimte te hebben, maar voor de bodem is bedekking een goede bescherming tegen vorst en regen. Stengels en restjes zaden vormen een geweldige schuilplaats en voedingsbron voor allerlei beestjes. Ik ruim dus maar weinig op, en waar ik bedden kaal maak, bedek ik de bodem met het laatste gemaaide gras of andere mulch, soms gewoon een laagje stro uit het caviahok.

Met de buren heb ik flink gesnoeid in de hazelaar die op de erfgrens staat, de eik in mijn tuin en de kers in de hunne. Al het snoeiafval tot 4 centimeter snipperen we en gebruiken we als mulch, een klein deel meng ik later door de verse composthoop. Hout onttrekt stikstof aan de omgeving tijdens de compostering en geeft pas later weer voedingstoffen af. Als je het op een snipperhoop laat verteren, zonder ander rijker afval, dan gebruik je het het beste pas na twee jaar.

Let op: Bij het snoeien van vruchtbomen moet je natuurlijk rekening houden met wondgenezing, voorkomen van ziekten en vruchtknoppen voor het volgende seizoen. Doe dit vooral in het juiste seizoen.

Toen het nog wat warmer was heb ik de ‘oude’ composthoop opnieuw opgezet en ingepakt met compostdoek. Doordat het opnieuw gemengd is zal de temperatuur nog even omhoog gaan door alle kleine beestjes en schimmels die erin leven. Vroeg in het voorjaar breng ik het oppervlakkig aan op de bedden. De eventuele onkruidzaden kunnen dan kiemen en gewied worden, ruim voordat ik weer ga zaaien en planten voor een nieuw seizoen!

Stadstuinieren 2015-05 – Tekst: Taco IJzerman / Fotografie: Taco IJzerman en Dick Boschloo

logo
Sluiten
close