Wilde weelde in Vilvoorde

Aan de rand van Vilvoorde, een stadje ten noorden van de Belgische hoofdstad, ligt de tuin van Veerle De Vos verscholen tussen paardenweiden en een drukke autosnelweg. Ooit was deze tuin niet veel meer dan een grasveld met fruitbomen, maar dat veranderde na Veerle’s herboristenopleiding. Haar passie voor medicinale planten heeft ondertussen haar hele tuin overgenomen.
‘Sommige mensen zouden deze planten onkruid noemen, maar daar wil Veerle niets over horen’
De eerste jaren plantte ze haar aanwinsten nog netjes aan in bedjes, met naamborden en uitgetekende plattegronden. Al gauw merkte ze dat de planten hun eigen zin begonnen te doen. “We laten ze zelf betere plekken zoeken in de tuin”, aldus Veerle. De warme zomers hebben ook een effect op de plantensoorten in de tuin. Veerle ziet een evolutie naar planten die goed tegen droogte kunnen, zoals absintalsem, teunisbloem, bijvoet, sint-janskruid, toortsen, rode melde… “Niet toevallig planten die je vaak in het wild tegenkomt”, zegt ze.

Paardenbloem in je pannenkoek
Sommige mensen zouden deze planten onkruid noemen, maar daar wil Veerle niets over horen. “Er is veel meer eetbaar in de natuur dan we weten”, aldus Veerle. “Veel kennis is verloren gegaan met de opkomst van supermarkten en de farmaceutische industrie. Nu krijgen mensen weer interesse hierin.” Daarom organiseert ze in Helianthus, zoals ze haar tuin heeft genoemd, regelmatig cursussen rond wildplukken en plantenkennis.
Verrast het nog dat Veerle’s favoriete planten de paardenbloem, weegbree en brandnetel zijn? De herboriste vertelt waarom:”Je vindt ze overal en ze kunnen letterlijk tegen een stootje. Je kan er heel veel mee doen, zowel medicinaal als in de keuken. Ze bevatten bitterstoffen die je niet meer terugvindt in onze ‘gewone’ voeding. Deze stoffen zijn heel goed voor onze longen, darmen… Verwerk dus regelmatig wat paardenbloemblaadjes in je salade of pannenkoek! En wist je dat je brandnetelzaadjes rauw mag eten? De groene zijn opwekkend, de bruine werken aansterkend.”

Eeuwige moes en yacon
Het hele jaar door eet Veerle uit haar tuin. In de winter belanden vooral melde, eeuwige moes en noten op haar bord. Alleen in februari en maart is er maar weinig eetbaars te vinden in de tuin. ”Dat zijn de typische hungry gap maanden”, aldus Veerle. “Die overbrug ik met gefermenteerde of opgelegde groenten, confituren of yacon, een knolgewas dat je net zoals aardappelen lang kan bewaren.” Haar oogst in de vriezer bewaren, doet Veerle liever niet omdat ze bewust op zoek gaat naar bewaarmethoden die geen energie kosten.

Heilzame bijvoet
Veerle vindt dat elke tuinier een hoekje in zijn of haar tuin zou moeten laten verwilderen. “Je zal verrast zijn over wat er gaat groeien!” Veel wilde planten hebben meer dan één toepassing. “Bijvoorbeeld bijvoet (artemisia vulgaris, nvdr). De sterk smakende blaadjes voeg je toe aan gebakken aardappelen en hartige soepen”, zegt de herboriste. “In Duitsland voegen ze dit kruid nog vaak toe aan vleesgerechten. Een klein handje versnipperd blad door een salade met sla en sinaasappel smaakt heerlijk. Wegens het hoge gehalte aan thujon mag je het niet te lang en teveel achter elkaar gebruiken en pluk je de blaadjes alleen voor de plant in bloei gaat. Zwangere en zogende vrouwen moeten ervan afblijven.” Veerle heeft nog een belangrijke tip voor wie planten gaat verwerken of eten. “Pluk ze voor de bloei, dan zitten er nog de meeste heilzame stoffen in. Daarna geeft de plant al zijn energie aan de bloemen.”

Gier maken van heermoes
Ook in een natuurlijke tuin heb je werk. Paadjes maaien en plantjes wieden zijn de belangrijkste tuintaken. Veerle en haar man proberen er ongeveer een dag per week aan te wijden, al lukt dat niet altijd. “We wieden vooral heermoes en Canadese fijnstraal die enorm woekeren in de tuin. Ik verwerk deze planten ook vaak nog, bijvoorbeeld door gier te maken van heermoes.” Ook zet ze gewiede planten als weegbree, smeerwortel en aardbei zo veel mogelijk in plantenpotjes om ze te verkopen of weg te geven. “Ik krijg het niet over mijn hart om ze weg te gooien.”
‘Een klein handje versnipperd blad door een salade met sla en sinaasappel smaakt heerlijk’
Omdat ze werken volgens de permacultuurprincipes, geven ze de planten geen water. “Uitgezonderd jonge zaailingen natuurlijk”, aldus Veerle. Ook bemesten ze de grond niet. Lege stukken grond krijgen wel zelfgemaakte compost. “We hebben veel heermoes omdat deze vooral goed gedijt op arme grond. Dat is het nadeel van weinig tot niet bemesten.”

Geen groentetuin
De meeste planten in deze permacultuurtuin zijn winterhard en meerjarig. Toch zijn er hier en daar nog plekjes voor eenjarige planten, zoals in een eetbaar bedje achterin de tuin. “Hier zet ik groenten als yacon of boontjes. Maar ook hier geef ik, buiten aan de zaailingen, geen extra water. De boontjes hebben het daardoor niet goed gedaan afgelopen zomer. Maar als ik begin met planten bewateren, is er geen houden meer aan. Onze tuin is geen groentetuin.”
Achterin de tuin draait een windmolen vrolijk rond. De molen is vooral nuttig en pompt water op dat Veerle voor de zaailingen gebruikt. Daarnaast zijn er twee poelen die overtollig regenwater opvangen.
Herboristerie Helianthus is bio-gecertificeerd. Daardoor kan Veerle planten verkopen aan een kruidencoöperatie die onder andere daslook en theekruiden verwerkt. Ze mag ook biozaden verkopen, maar dat ligt nu even stil. “Het is erg intensief werk om alle zaden te oogsten, sorteren en verpakken.”
De tuin bezoeken kan enkel op afspraak. Meer info vind je op de website www.herboristje.be.
Stadstuinieren 2020-04 Tekst en fotografie: Bie Van Giel