Planning gedaan, teeltplan een beetje aangepast, zaden uitgezocht en wat bijbesteld. Startklaar, zo lijkt het, maar buiten is het nog koud en eerlijk gezegd sta ik nog niet te popelen. Gelukkig is dat ook niet nodig, want in deze tijd hoef je nog niet per se aan de slag. Het is tijd voor het voorbereiden en langzaam starten.
“In het engels noemen ze deze maanden met weinig oogst ‘The hungry gap'”
Mentaal voorbereiden
Ik leek de afgelopen weken misschien wat lui, maar ik was actief aan het ‘omdenken’. “Wat is het leeg en kaal buiten”, werd: “ruimte!”
“Ik heb nog geen zin, geen energie”, bleek: ‘mentale voorbereiding’. En zo gek is het niet, want waar je nu – dik aangekleed – een halve dag mee bezig bent, doe je over een paar weken ‘fluitend’ tussendoor.
Buiten is nog weinig activiteit zichtbaar. Er scharrelen wat vogels, vroege bloeiers geven wat kleur, maar ook de natuur bereidt zich onzichtbaar voor. Straks komen ineens de knoppen en komt er weer bloesem en blad aan bomen en struiken.
Ook de compostering staat nog vrijwel stil, de wormen zitten in het midden van de hoop en wachten op warmte. Beter niet keren nu, maar even wachten tot de ton of hoop wat is opgewarmd, zodat deze ondergrondse vrienden het omwoelen van hun wereld goed kunnen doorstaan.
Nóg een goed excuus om even te wachten
Te veel activiteit en rommelen doet nu trouwens op andere plekken óók meer kwaad dan goed. Wanneer je toch gaat opruimen, merk je dat het onder de omgevallen stengels barst van het (bodem)leven; dat de zaadjes uit uitgebloeide bloemen ook vanzelf verdwijnen en dus voedsel zijn voor een tuinbewoner; dat het blad in de borders eigenlijk je kiemende bolletjes beschermt en dat achter de planten onder de vensterbank een heleboel lieveheersbeestjes overwinteren. Bij mij bleek een bloempot een “speelnest” van een winterkoninkje, waar pa zomers slaapt als mama broedt. In een al te opgeruimde tuin zal je geen winterkoninkjes tegenkomen. Ik wacht dus nog even en ga dan ineens volop aan de slag. De verstoorde diertjes zijn dan weer actief genoeg om een nieuw plekje te vinden en in de lentezon heeft de aarde haar isolerende dekentje niet meer nodig.
Woelen, zeven en mengen is, zodra het weer warmer wordt, belangrijk voor de teelt in potten en kuipen. Oude potgrond kan prima opnieuw gebruikt worden, maar er is wel voeding en nieuw ‘leven’ nodig. Wij mengen gezeefde compost met potaarde, gedroogde koemest en wat kalk, zodat de planten straks weer een vruchtbare start hebben. Dit mengen gaat prima op een flink plastic zeil. Kleinere porties kunnen ook zonder al te veel ‘knoeien’ in een flinke speciekuip.
Wortels, bollen en knollen
Ook zo’n zin in verse bladgewassen, de eerste asperges, peultjes en zelfs al aardbeien? Snel omdenken: een beter seizoen om ‘vergeten’ of oude groenten uit te proberen is er niet!
Tussen de laatste oogst van palm- of boerenkool en de eerste oogst van tuinbonen, komt er maar weinig stevigs uit de tuin. In het Engels noemen ze deze maanden met weinig oogst: ‘the hungry gap’. Dit is de periode waarin allerlei historische en nieuwe ondergrondse groenten uitkomst bieden met een grote variëteit in smaken en structuren. Peen, ui, aardappel, biet en pastinaak ken je waarschijnlijk wel, maar ook bijvoorbeeld crosne, aardpeer, knolcapucien, schorseneer, knolkervel, yacon en oca zijn het proeven waard. Als je deze ‘vergeten’ groenten nu een keer proeft, weet je meteen of je ze komend seizoen zelf zou willen telen. De commerciële teelt van deze gewasjes is heel arbeidsintensief, dus is het ook nog economisch om het zelf te doen.
Klaar voor de start
Maar goed, zodra het buiten opwarmt en alles weer tot leven komt, zijn er dus zaken te doen: voorbereiden, klaarleggen en starten.
De grond kan ik voorbereiden voor het zaaien en planten. Of je nu spit, of woelt of ‘nikst’, je hebt straks een redelijk schoon zaai- en plantbed nodig. Verwijder dus je gewortelde onkruiden en (een deel van) de bodembedekking. Breng compost of uitgerijpte mest aan. Maak eventueel een platte bak of plaats een plastic tunneltje, zodat de grond daaronder vast opwarmt. Door deze hogere temperaturen kiemen onkruiden eerder, zodat je deze al kan wieden. Daarna profiteren je eigen gewassen van de hogere temperatuur en een schoon zaaibed!
Voorbereiden to do tip: Controleer en repareer schuttingen, hekken en boompalen. Dit zijn klussen waar je in de zomer niet aan toe komt of zelfs niet meer bij kan. Misschien is er nog snoeiwerk aan bomen, (bessen)struiken of herfstframbozen? Verzamel steunmateriaal zoals (bonen-)stokken, stokjes en rekjes. Controleer je gereedschap en eventueel je bewatering. Schaf aan wat je vorig jaar miste: een oppottafeltje, een extra gieter, een bleekpot?
Geef je rabarber ook wat compost of mest rond de plant. Wanneer je een bleekpot hebt vervroeg je de oogst een beetje en heb je eind maart misschien al wat malse stelen.
Glas is nu goud waard!
Als je maar éven wat ruimte hebt, bouw dan een (tijdelijk) kasje of platte bak. Dit kan al eenvoudig door boven een vierkantemeter-tuin, of andere houten rand, een stukje (plexi-)glas te monteren. Daar waar het warmer is, begint alles wat eerder.Onder glas kan je eerder (voor-)zaaien én worden je planten beschermd tegen plotselinge kou, sneeuw of hagel. Als je nu start, heb je voor je het weet (weer) rucola, raapsteel, radijs, bosuitjes, dille, koriander, kervel en meer fris lentegroen.
Licht en warm genoeg? Zaaien!
In een koude kas, bak of tunnel kan je ook vast wat planten in potjes gaan voorkweken, zoals tuinbonen, erwten, peultjes, spinazie en slasoorten, bloemkool, broccoli en spitskool. De grootste valkuil is om dit te doen in een (te) warme vensterbank. Tot de zaden kiemen mag de plek best lekker warm zijn, maar zodra de plantjes boven de grond staan, moeten ze naar een koele, maar lichte plek. Buitengroenten gedijen niet goed bij kamertemperatuur. Een koele nacht is een voorwaarde voor compacte en sterke planten. Overdag mag het best warm worden, zolang er maar veel licht is. Als de zon je licht en warmtebron is, gaat dit vanzelf goed. Binnen voorzaaien kan straks wel weer met tomaten, pepers en komkommers. Maar ook daar geldt: geduld. Wanneer je zaailingen te lang binnen moeten blijven, worden ze door de warmte lang en kwetsbaar. Vaak bezwijken ze dan wanneer ze naar buiten verhuizen.
Te koud is natuurlijk ook niet goed: bij vorst treedt ongewenste groeistilstand op. Om je zaaisels vorstvrij te houden kan je ze ‘s nacht isoleren. Dit kan eenvoudig door er een doek of jute zak overheen te leggen of door een klein ‘tunneltje’ te maken dat je aan het eind van de middag dicht kan doen. In maart kan je steeds meer buiten zaaien: andijvie, broccoli, chinese kool, koolrabi, meiraapjes, prei, peterselie en rode biet.
Tere bloesem
Naast je zaaisels hebben ook bloesems soms bescherming nodig, vooral de vroegste. Eind maart kunnen de perziken al bloeien, gevolgd door de pruimen en kersen en half april de appel, peer en moerbei. Bescherm bloesem aan je (lei-)bomen wanneer er vorst wordt verwacht door jute zakken of vliesdoek over de bloesem heen te hangen.
Meer inspiratie
Taco’s moestuin: november en december
Taco’s Stadsmoestuin: nazomeren in de moestuin
Taco’s Stadsmoestuin: juni en juli
Stadstuinieren – We blijven zaaien
Stadstuinieren 2015-01 Tekst: Taco IJzerman | Fotografie: Dick Boschloo