Chinese kool en paksoi hebben veel met elkaar gemeen. Ze behoren tot dezelfde familie, zijn eindeloos te gebruiken in de keuken en doen het allebei prima in de moestuin. Tijd voor een nadere kennismaking. Of zoals ze in China zeggen: Nǐ hǎo!
“Je kunt knolvoet voorkomen door extra kalk rond de plant te strooien”
De Aziatische keuken kent een grote variëteit aan groenten. De bekendste zijn wel paksoi en Chinese kool, die het beide prima doen in ons klimaat. En ze hebben meer gemeen, want ze behoren allebei tot de familie van de Brassica campestris. Grappig is bijvoorbeeld dat ze ook allebei een wat frissere smaak hebben dan andere koolsoorten. En ze zijn ideaal om te roerbakken, kort in kokend water te blancheren of te stoven.
Paksoi en Chinese kool zaaien
Ook qua teelt, hebben Paksoi en Chinese kool veel overeenkomsten. Je zaait ze vanaf half juli tot uiterlijk half augustus in de vollegrond, omdat ze beide gevoelig zijn voor ‘doorschieten’. Er groeit dan wel een stengel, maar geen krop. Je noemt dit soort groenten ‘langedagplanten’, omdat ze juist rond de langste dagen van het jaar snel doorschieten. Als je ze pas na half juli zaait heb je van dit verschijnsel geen last. Nog iets om rekening mee te houden: Chinese kool en paksoi zijn allebei gevoelig voor knolvoet. Dit is een schimmel die in de grond leeft en de wortels aantast. De plant verwelkt dan of groeit slecht. Je kunt knolvoet voorkomen door extra kalk rond de plant te strooien. Ook helpt het als je de plant maar eens in de vier jaar op dezelfde plek neerzet.
Bok choy en Choy Sum
Een verschil tussen de twee Aziatische koolsoorten is vooral de variatie. De Chinese kool heeft wel meerdere varianten, maar hier kennen we eigenlijk voornamelijk de Granaat en de Torpedo. Paksoi is daarentegen in veel variaties te vinden in de toko, maar ook in de schappen van de zaadhandel. De kleine variant van paksoi, bok choy of mini Shanghai paksoi genoemd, is echt een succesnummer om te stomen. Maar het kan nog kleiner: bij Vreeken’s Zaadhandel zagen we zaadjes van een extra compact dwergsoortje uit het dorp Hok Du in Hongkong. Hij wordt slechts 10 centimeter hoog, schiet minder snel door en heeft een rozetvormige bladgroei met gebobbeld blad. Prachtig vinden we de paksoisoort choy sum, een bloeiende variant die jong wordt geoogst als ‘baby leaf’ of vlak voor de bloei. Ook qua kleur kun je met paksoi veel meer variëren. Zo is er bijvoorbeeld de donkerpaarse variant ‘Paksoi Purple’ of de rode ‘Red Choi’. Genoeg mogelijkheden dus om eens wat anders op tafel te zetten.
Supergezond
Want het is zeker verstandig om regelmatig Chinese kool en paksoi op het menu te zetten. Ze zijn niet alleen lekker, maar ook heel gezond. In 100 gram Chinese kool alleen al zit 45 procent van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) aan vitamine C. Bovendien zijn paksoi en Chinese kool makkelijke ingrediënten. Ze zijn ideaal om te stomen, te roerbakken of gewoon rauw in een salade – vooral Chinese kool is voor dat laatste heel geschikt. Kortom, voldoende redenen om half juli deze groente een mooi plekje te geven in de moestuin!
Tip voor tweede oogst: Ga je oogsten? Snij paksoi dan net boven de grond af, maar laat de stronken nog zitten. Zo kunnen er nieuwe scheuten en kroppen ontstaan.
Stomen
Groenten als paksoi en Chinese kool zijn perfect om te stomen. Doen dus, want het is één van de gezondste manieren om je eten te bereiden. De smaak van de groenten blijft behouden, net zoals het gros van de vitaminen, mineralen en antioxidanten. Stomen kun je op verschillende manieren doen, maar bij Oosterse gerechten kiezen wij natuurlijk voor het stoommandje. Te koop bij toko’s voor een paar euro. Neem gelijk stoomvelletjes mee om onderin te leggen (dan blijft het mandje schoner) en een rekje zodat het mandje goed op je wok blijft staan.
Meer inspiratie:
Rodekooltaartjes uit de stadstuin
Recept: Savooiekoolsoep met bacon
Boerenkool en Palmkool kweken
Vierkante-Meter-Tuin: Paksoi
Boerenkool: verrassend anders
Stadstuinieren 2014-02 – Tekst: Annelies den Hartog en Astrid Melger