Els’ eerlijke eten

Els’ eerlijke eten

“HOE MOOI IS HET OM VAN EIGEN GROND TE KUNNEN ETEN”

De Vlaamse Els de Schepper kan acteren, zingen, presenteren, entertainen, schrijven én tuinieren. De tuin die haar grootvader aanlegde, bewerkt ze met enorm veel energie en plezier. Ze schuwt het experiment in haar tuin niet en fantaseert van een cosmeticalijn op basis van producten van eigen grond.

Je bent een enthousiaste moestuinder. Hoe lang al?
“Eigenlijk pas vijf jaar echt. Als kind heb ik er wel aan geroken. Ik ben door mijn grootouders opgevoed. De tuin die ik nu heb, was van mijn andere grootouders. Mijn grootvader was een zeer fanatieke moestuinder en mijn oom ook. Als kind vang je op hoe mooi tuinieren kan zijn. Hoe mooi het is om van eigen grond te kunnen eten. Ik ben er heel fier op, dat ik mijn opa’s tuin in eren heb hersteld.”

Hoe groot is je tuin?
“De groentetuin is ongeveer tien bij vijftien. De siertuin is vele malen groter. In totaal heb ik zo’n 1200 vierkante meter.”

Waar bevindt die tuin zich?
“Bij mijn huis, tussen Gent en Antwerpen, bij het dorpje Lokeren, maar dat kennen de mensen vast niet, zo klein is het.”

LEKKER SPITTEN

Ons magazine is vooral gericht op de stadstuinier. Kan je je daar iets bij voorstellen?
“Jazeker. Tot vier jaar geleden woonde ik in Antwerpen. Daar had ik een dakterras, en tuinierde in potten. Ook wel eetbare dingen, voor zover mogelijk, maar niet zo uitgebreid als nu natuurlijk. De liefde voor tuinieren heb ik pas echt ontdekt toen ik de beschikking kreeg over mijn grootvaders tuin. Ik ben nogal een type van 100 procent. Als ik iets doe, wil ik het met volle overgave doen.”

Hoe uitte zich dat op je dakterras?
“Op mijn dakterras had ik ook veel. Ik had er zelfs een magnoliaboom op staan. Tja, die moest je wel goed inpakken in de winter. Gewassen in potten hebben toch wel speciale verzorging nodig. Het geeft allemaal meer rompslomp vind ik, dan in de volle grond.”

Doe je alles in je tuin zelf?
“Voor het gras weghalen heb ik hulp, maar de groentetuin doe ik toch wel bijna helemaal zelf. Komend jaar wordt een zeer druk jaar in het theater. Ik zal dan waarschijnlijk wel hulp moeten inroepen.”

VAN SEIZOENEN GENIETEN

Vind je tuinieren fysiek niet te zwaar?
“Nee hoor. Ik hou wel van spitten. Het is heerlijk, om na een werkdag je hoofd even uit te zetten. Een van mijn andere hobby’s is de meubelmakerij. Dat is ook lekker fysiek. Ik hou er van om te sleuren met dat hout. En het is een groot tegenwicht voor mijn werk. In het theater ben je toch altijd met je hoofd bezig. Moet je rekening houden met je collega’s, en het publiek. In de tuin kan ik helemaal mijn eigen gang gaan. Ik geniet zo van de seizoenen. En tuinieren is gezond.”

Naar de sportschool hoef je niet?
“Nee. Ik ben genoeg in de weer. Ik heb ook echt geen tijd voor de sportschool. Maar bovenal heb ik er een enorme hekel aan. Danslessen doe ik ook niet. In mijn vorige show zat een paal-dans-act, daar moest ik natuurlijk wel voor trainen.”

Terug naar de moestuin. Wat is je meest succesvolle gewas?
“Ik probeer nogal eens wat dingen uit. Nu ben ik erg enthousiast over zoete aardappelen kweken. En die Japanse aardappels, crosnes, dat zijn hele kleine spiraalvormige knolletjes, die bijna alleen in sterrenrestaurants worden geserveerd, maar eigenlijk is het poepsimpel om ze te telen. Let wel, het is een hoop kuiswerk om die knolletjes proper te krijgen.”

NATUURLIJKE BESTRIJDING

Wat lukte in jouw tuin helaas niet?
“Ik ben natuurlijk geen prof, maar echt een hobbyist. Als er een aardappelplaag is, dan heb ik gewoon pech, haal mijn schouders op. Ik gebruik beslist geen chemische bestrijdingsmiddelen. Wel heb ik een natuurlijk bestrijdingsmiddel ontdekt tegen bladluizen op tuinbonen, met rabarber en knoflook. Het recept staat in het boek dat ik met Angelo Dorny schreef. Ik ben steeds dingen aan het ontdekken, ook over de wind. Als de tomaten bijvoorbeeld te vochtig zijn, moet ik ze droog laten waaien, ik kan dan de serredeuren openzetten, of er een ventilator op zetten. Maar ach, lukt de ene tomaat een jaartje niet, dan heb ik wel een andere soort die het wel doet. Ik heb ze in alle maten en tinten. Van kerstomaatjes, tot van die enorme joekels. Ook zwarte.”

Wat is je volgende uitdaging in je tuin?
“Het enige dat ik nog nooit heb uitgeprobeerd zijn champignons. Dat wil ik gaan proberen. Ik wil ook meer met fruit gaan doen. Ik heb wel appelen en peren, en ook een pruimelaar, maar die geeft nog geen vruchten. En aardbeien heb ik enorm veel. Te veel.”

Te veel aardbeien? Hoe kan dat nou?
“Ik had op een gegeven moment dagelijks twee kilo, die kreeg ik echt niet op. Ik ben ze gaan blenden en heb er ijslolly’s van gemaakt. Kun je je voorstellen hoe dol kinderen daar op zijn? Helemaal met een chocoladedip. Ja hoor, ik ben de beste suikertante ter wereld! Verder probeer ik ook altijd eten van eigen teelt mee te nemen naar ’t theater. Dan kook ik voor een paar dagen, en warm het op. En de rest gaat de vriezer in voor de winter.”

HUIDVERZORGERS UIT DE TUIN

Je ziet er altijd stralend uit. Gebruik je misschien ook cosmetica van eigen teelt?
“De laatste tijd experimenteer ik steeds vaker met het maken van verzorgingsproducten, op basis van dingen uit de tuin. Gezichts- crèmes, lippenbalsems en zelfs scrubs, waarmee je dode huidcellen verwijdert en je op slag tien jaar jonger lijkt: ik probeer het allemaal. Rozemarijn bevordert bijvoorbeeld de bloeddoorstroming en werkt samentrekkend, ideaal voor mensen met een vette huid. Familie en vrienden vragen me dikwijls advies over deze zaken. Dus wie weet, ga ik nog wel een eigen cosmeticalijn beginnen. Je kunt zoveel dingen uit de natuur gebruiken. Ik vind het heerlijk om in mijn dikke encyclopedie voor herbaristen te lezen, ook over de geneeskrachtige werking van sommige planten. Met tuinieren kan je zoveel kanten op.”

 

LEKKER OPSCHEPPEN MET DE SCHEPPER

Els is allergisch voor melk, maar ze is enorm dol op kaassaus. Daar heeft ze een oplossing voor gevonden in de vorm van bloemkool.

Ingrediënten:

3 Uien
1 Bloemkool
1 eetlepel olie
1 eetlepel sojasaus van de natuurwinkel

Bereidingswijze:

Fruit de uien in de olie.
Stoom de bloemkool.
Doe samen in de blender, maak er een dikke saus van, met de structuur van kaassaus.
Je kan de saus over aardappelen doen, maar ook weer over een andere bloemkool, of soppen met brood.

 

Meer tuinverhalen:

De moestuin volgens Wim Lybaert
Romke van de Kaa: Hop in de stadstuin
De mooie daktuin van Dakakker Rotterdam
De boomspiegels van De Groene Buurvrouw

Stadstuinieren 2015-02 Tekst: Edith Andriesse | Fotografie: Björn Van Driessche