Start je moestuin: De indeling - Stadstuinieren
Moestuin

Start je moestuin: De indeling

Indeling moestuin

‘Een mooie vorm en aanleg zorgen ook in de winter voor een mooi beeld’

De indeling van de moestuin

De maten in de moestuin stem je af op:

  • Welke ruimte heeft het gewas nodig?
  • Wat zijn de maten van het gereedschap waarmee je werkt?
  • Wat is de (gemiddelde) lengte van je armen, benen en voeten?

Bedden, paden en rijen in de moestuin

Het stuk tuin dat je beschikbaar hebt om in te kweken, verdeel je onder in verschillende vakken. Dit maakt het overzichtelijk en maakt het mogelijk om vruchtwisseling toe te passen.
Een vak bestaat uit één of meer bedden.

Ideale breedte van een moestuinbed

Een bed is de ruimte tussen twee paden. De breedte van een bed is maximaal 120 cm omdat we niet verder dan 60 cm kunnen reiken met onze armen en je het best niet tussen de planten staat. Heb je wat kortere armen dan is 100 cm een betere maat. Wanneer de grond die je wilt benutten breder is dan 120 cm dan komen er dus meerdere bedden, met een pad er tussen.

Breedte paden in de moestuin

Als je vaak gehurkt werkt is een padbreedte van 30 cm (ongeveer een voet) voldoende. Werk je op je knieën, dan heb je wat meer ruimte nodig en wordt je pad 50 tot 60 cm breed. Om er met een kruiwagen bij te kunnen is 60 cm ook een fijnere breedte.

Waarom kweken in rijen?

In een bed zaai of plant je de gewassen in rechte rijen. Dit is handig om schoon te houden en om alle verschillende gewassen de ruimte te geven die ze nodig hebben. De afstand ‘in de rij’ duidt op de afstand tussen de planten in dezelfde rij en de afstand ‘tussen de rijen’ is de ruimte tussen twee rijen.

Bietjes, rucola en raapsteel kunnen op zo’n 3 cm in de rij gezaaid worden, waarbij je ze later uitdunt tot één exemplaar per 10 cm. Een krop sla, andijvie of een groenselderij heeft 30 cm tussen de rijen én 30 cm tussen de planten ‘in de rij’ nodig, terwijl knolvenkel, peterselie en andere kruiden aan 20 cm voldoende hebben.

Als je overzichtelijk en ‘recht toe recht aan’ wilt kunnen schoffelen, dan zijn lijnen in de lengte van het bed handig, met een tussenruimte van 30 cm of 50 cm. Je kan dan lopend, ‘naast je’ schoffelen. Bij een bed van 120 cm breed heb je dan resp. 1, 3 of 4 rijen en bij een bed van 1 meter: 1, 2 of 3 rijen.

  • bedden voor sla, kruiden, uitjes, biet en andere fijne groenten: 30 cm tussen de rijen
  • bedden voor kolen, aardappels en lage bonen: rijen op 50 cm afstand van elkaar
  • courgettes en pompoenen: één rij per bed.

Gereedschap voor de moestuin

Wanneer je graag vanuit het pad werkt, kies je korter gereedschap en zijn rijen dwars op het pad het meest praktisch. Je hebt dan korte rijtjes groenten en kruiden, van 100 of 120 cm, wat een heel gevarieerd beeld geeft. De afstand tussen de rijen is hetzelfde als in langere rijen.

Hoewel veel tuinders het al geprobeerd hebben, werken ronde lijnen niet handig voor de eenjarige teelt. Schoffelen en rakelen gaat het eenvoudigst recht.

Bij staand tuinieren, schoffelen en rakelen, heb je tuingereedschap nodig met een lange steel.
Wanneer je op je knieën, gehurkt of zittend werkt, dan is een korte steel praktisch. Ik zelf heb bedden van 120 cm breed, waar ik maar van één kant bij kan. Hier heb ik dus rijtjes die haaks staan op het pad en een kinder-drietand van zo’n 70 cm lang om tot achterin tussen de rijen te kunnen rakelen. Ik heb een paar plankjes klaarliggen van zo’n 15 x 30 cm, die ik tussen de rijen kan leggen om met mijn hand op te steunen, of om even met een voet op te staan zonder de aarde te veel te compacteren.

Tip: Abonneer je hier (gratis) op het YouTube kanaal van Stadstuinieren

Praktisch en mooi

Een mooie vorm en aanleg zorgen ook ‘s winters, als de tuin veel kaler is, voor een mooi beeld. Ook het materiaal dat je gebruikt is van invloed op het ‘winterbeeld’.

Een stadsmoestuin zal, in tegenstelling tot een moestuin verder van huis, vaak meerdere functies vervullen. Met beperkte ruimte is het vaak kiezen tussen een stukje gazon, een werk-, speel- of zitplek of tóch nog een kruidenbed.

In de meeste tuinen liggen de bedden en paden op gelijke hoogte. Langzaam zullen de bedden wat hoger worden, omdat er meer lucht en organisch materiaal in komt, en de paden worden wat lager, omdat deze aangelopen worden. Je kan de paden af en toe wat ophogen met zand of arme tuingrond van elders, of je harkt de tuin ieder voorjaar vlak, na de grondbewerking, waardoor het hoogteverschil niet te groot wordt.

Je kan het hoogteverschil tussen bed en pad ook juist versterken door planken, dakpannen of tegels rechtop naast de bedden te zetten. Verhoogde bedden zijn praktisch om zwaardere gronden te ontwateren en wat vroeger te laten opwarmen. Ook hoef je minder diep te bukken wanneer de paden wat dieper liggen dan de bedden. De paden bedek je bijvoorbeeld met grove houtsnippers, zodat ze niet te vochtig en modderig blijven.

Meer inspiratie:

Start je moestuin: De bodem
Vlog: Zo maak je een kruidenspiraal
Start je moestuin: Slim telen
Moestuinplannen: Uitmeten, aanplanten en klaar!
Aardappelen kweken in potten
Vlog: Een kruidenspiraal maken

Het magazine

Los kopen
€ 7.95
Abonneren
Vanaf € 22.50

 

Stadstuinieren 2014-06 Tekst: Taco IJzerman

Meer over:

logo
Sluiten
close