Groene verhalen

Romke van de Kaa – Maarts viooltje

Naast maartse hazen en maartse buien brengt maart de bloei van het maarts viooltje, Viola odorata. Het is maar een klein plantje, maar dat heeft ook voordelen. Zeker voor wie alleen maar een balkon heeft, of een klein binnenplaatsje

‘Veel viooltjes ruiken lekker, maar het maarts viooltje spant de kroon’

Het maarts viooltje kan goed in een pot of bloembak geplant worden. Want met planten ter grootte van dit viooltje kun je toch een hele collectie planten op een klein oppervlak samenbrengen.

De bloemen van het maarts viooltje zijn typische viooltjesbloemen; ze zijn alleen zo klein dat ze alleen van dichtbij opvallen. Veel viooltjes geuren, maar het maarts viooltje spant de kroon. Je ruikt het vaak voordat je het ziet.

Planten in de schaduw

In iedere tuin heb je behoefte aan planten die het doen waar andere planten het laten afweten, bijvoorbeeld aan de voet van een haag of onder een berk. Dat zijn plaatsen waar andere struiken, of een andere boom, al het vocht uit de grond zuigen waardoor er weinig of niets voor onderbegroeiing overblijft. Daarnaast moeten eventuele kandidaten tegen schaduw kunnen. Droge schaduw is de moeilijkste situatie in een tuin.

Daar valt natuurlijk wel een mouw aan te passen, want er zijn altijd planten die juist in droge schaduw goed gedijen. Een voorbeeld is de wolfsmelk Euphorbia characias ssp. robbiae – een mondvol, maar een leuke plant met geelgroene bloemen in het vroege voorjaar en grachtengroen blad in de winter, zo lang het niet al te hard vriest.

Het maarts viooltje is ook zo’n plant die graag aan de voet van een hongerige haag groeit, tenminste – als die haag uit bladverliezende bomen bestaat, zoals beuk of haagbeuk. Het viooltje groeit en bloeit daar voordat de haag in het blad komt, en daarom ook nog weinig water verbruikt.

Mierenbroodjes

Maartse viooltjes kom je tegenwoordig ook in de stad tegen – niet alleen in geveltuintjes of bloembakken, maar ook verwilderd in plantsoenen of zelfs tussen de stoeptegels. Dat hebben we te danken aan de mieren die het zaad verspreiden. Het zaad van maartse viooltjes bevat een mierenbroodje – een aanhangsel waar mieren dol op zijn. Mieren verslepen het zaad naar een rustig plekje, eten het mierenbroodje op en laten het zaad liggen. Voor het verspreiden van zaden zijn mieren enorm nuttig en zolang ze niet in de suikerpot zitten kun je ze beter met rust laten. Wil je hun pad om een of andere reden verleggen, dan kun je dat doen door een koperen munt of een rode peper op hun route te leggen.