Bieten horen wat mij betreft in de groente top 5 voor beginners. Dé superfood van de moestuin, want ze doen het eigenlijk ieder jaar goed. Het enige dat je hoeft te doen, is een zonnig plekje uitzoeken en zaaien. Vanaf april zaai je direct in de tuin en in juli oogst je de eerste bietjes.
Met de oogst kun je deze eenvoudige tarte tatin bakken. Ideaal op dagen dat je lang in de tuin hebt gewerkt, want de oven doet het meeste werk voor je! De smaak is zoet en hartig tegelijk dat combineert perfect met geitenkaas.
Tarte tatin met bieten en geitenkaascrème
Dit heb je nodig
Voor de taart
- 4 à 5 kleine bieten
- 1 klontje boter (ongeveer 15 g)
- 1 el basterdsuiker
- 2 el balsamico-azijn
- 1 rol bladerdeeg of 4 losse plakjes
- 4 à 5 sprietjes bieslook
- 1 takje rozemarijn
Voor de geitenkaascrème
- 50 g zachte geitenkaas
- 125 ml slagroom
- ½ limoen
- Ovenbestendige koekenpan
Zo maak je het
- Schil de bieten met een dunschiller en halveer ze.
- Smelt de boter in de koekenpan. Voeg basterdsuiker en roer door de gesmolten boter. Voeg de balsamico-azijn toe en meng.
- Leg de bieten met de platte kant naar onder, in de pan. Zet het vuur lager, roer af en toe en leg een deksel op de pan. Laat de bieten in 20 tot 25 minuten zacht worden.
- Verwarm de oven voor op 180 graden.
- Bedek de bieten met bladerdeeg. Gebruik je losse plakjes? Laat die dan eerst even ontdooien en zorg dat de naden goed sluiten.
- Zet de pan in het midden van de oven en laat de bovenkant in 30 à 35 minuten goudbruin worden.
- Vul een kom met geitenkaas en prak met een vork in brokjes. Knijp boven de kom druppels sap uit de halve limoen. Voeg slagroom toe en klop er een stevige crème van.
- Hak de bieslook en de naaldjes van de rozemarijn fijn.
- Haal de tarte tatin uit de oven. Leg een bord omgedraaid op de pan en draai de pan in één keer om.
- Strooi de bieslook en rozemarijn over de taart en serveer met de geitenkaascrème.
Eet smakelijk!
Meer inspiratie:
Bieten kweken
Groene Portretten: Bieten
Groene portretten: Snijbiet
Stadstuinieren 2015-04 Tekst en Fotografie: Marleen van Es